Deel 5: Kanttekeningen bij… Over leven in een welvaartsstaat

Woord vooraf

Met deze reeks ā€œkanttekeningenā€ wil ik inzoomen op de karaktervormende aspecten van mijn leven. Ze hebben er in belangrijke mate toe bijgedragen wie ik uiteindelijk als mens geworden ben. De geromantiseerde biografie ā€œOver leven in een welvaartsstaatā€ is vooral karakteronthullend. Markante, soms diepmenselijke dramaā€™s en andere gebeurtenissen die gezorgd hebben voor een ruimere bewustwording komen er onvoldoende in aan bod. Verhaalelementen van een boek moeten passen in een paradigma, een onderhoudende tijdlijn of spanningsboog, die aangenaam is om te lezen en een boodschap overbrengt. Maar hier vestig ik dus de aandacht op de dingen aan de zijlijn. Veel leesplezier!

Lillo-Kruisweg, omstandigheden tekenen mensen

Een tijdje geleden bracht een oude schoolkameraad me onverwacht een bezoekje. Hij had mijn boek ā€œOver leven in een welvaartsstaatā€ gelezen en was er duidelijk van onder de indruk. Hij kende de onfortuinlijke protagonisten en vandaar allicht de emotionele betrokkenheid. We maakten het ons gezellig in de tuinkamer met wat versnaperingen. Na een aftastende conversatie confronteerde mā€™n vriend me met de hamvraag:

ā€˜Stel dat je je leven opnieuw kon doen, maar dan met alles wat je nu weet. Zou je het dan niet anders aanpakken?ā€™

ā€˜Wat bedoel je met ā€œandersā€?ā€™

ā€˜Bijvoorbeeld je studies afmaken en een deftige job zoeken in plaats van aan de dokken te gaan werken?ā€™ Het simplisme van die vraag onthutste me.

ā€œHet anders doenā€ zou zelfverloochening betekenen. Het liefst leer ik dingen al doende. Als kaaikuiser aan de dokken werkte ik vaak samen met mensen van allerlei pluimage, ook met vluchtelingen uit oorlogsgebieden. Hun getuigenissen stelden me in staat om mijn persoonlijk verleden veel beter te kunnen relativeren. 

Mijn ouders hadden al hun energie nodig om zichzelf te handhaven. De calvarietocht tot het einde toe volbrengen, spreekt voor de liefde in mijn gezin van herkomst. De gebeurtenissen hebben me getekend, maar mijn bewustzijn ongetwijfeld verruimd.

Toch houdt het enigma, lotsbestemming me nog steeds bezig. In welke mate spelen de issues van onze ouders en voorouders daarin een rol? In de hoop op antwoorden moet ik teruggaan naar de levensomstandigheden in het door de havenuitbreiding verdwenen polderdorp, Lillo-Kruisweg aan de rechter Scheldeoever ten noorden van Antwerpen.

Lillo 1951, aan de horizon gleden de vrachtschepen van en naar de havens bij Antwerpen alsof ze over het vlakke land voeren. De winters bedekten het landschap met een dik sneeuwtapijt. De vorst kon soms zo streng zijn dat ijsvorming het vrachtverkeer op de Schelde belemmerde. De winter van 1948 was voorlopig de strengste van de eeuw. Vervaarlijk kelderijs stapelde zich trapsgewijs op tegen de havensteigers van het gehucht Lillo-Fort. Het getijdehaventje zat al wekenlang potdicht. Twee keer per dag gooide het zilte water bij vloed nog meer ijs tegen de houten staketsels. Maar in de zomer zou het in de zon zinderende polderlandschap met de ontelbare akkerbloemen de Vlaamse impressionist Emile Claus ongetwijfeld geĆÆnspireerd hebben.

Herhaaldelijke overstromingen dwongen de polderbewoners om verder van de Scheldeoevers te gaan wonen. Een relatief jong polderdorp vormde zich aan een kilometerslange verharde weg, de Gesneuveldenlaan. In het westen kruiste die belangrijke verbindingswegen met andere polderdorpen. Verderop naar het oosten een tramlijn. Aan die strategische plaatsen ontleende het dorp, Lillo-Kruisweg haar naam.

Een werkdag van mijn grootvader, de achtenveertigjarige Louis Cuypers begon om vijf uur in de ochtend. Aan de herberg, Blauwe Hoeve stapte hij op de tram naar de S.B. Housmanskazerne op de Noorderlaan in Antwerpen. Vandaar was het nog een half uur stappen tot hij op zā€™n werk arriveerde, de Ford Motor Company. Louis had zich in de naoorlogse jaren opgewerkt tot het respectabele statuut van bediende. Een werkdag nam in totaal negen uur in beslag.

Louis woonde aan de Gesneuveldenlaan in een bescheiden landhuis tegenover de steeg Kaleshoek, wat klein straatje betekende, niet ver van de Blauwe Hoeve. ā€™s Winters maakte hij bij thuiskomst eerst de kolenkachel aan. Hij zorgde voor zā€™n avondeten, trof voorbereidingen voor de volgende dag en daarna samen met de kippen op stok.

Zaterdagavond na de laatste werkdag passeerde Louis bij drie oudere vrouwen die met elkaar samenwoonden in een landhuis wat verderop. Zij zorgden tijdens de werkweek voor zijn enige dochter en oogappel, Ria. 

Ria had haar oudere broer en zus, Sander en Helene nooit gekend want ze stierven kort na elkaar aan een infectie. Ria werd enkele jaren later geboren op 9 november 1944 in de kelder van een woning tijdens de laatste stuiptrekkingen van de Tweede Wereldoorlog. Antwerpen was het doelwit van de vliegende bommen. Het Duitse leger hoopte op die manier de Antwerpse haven, de toeleveringszone van de geallieerden uit te kunnen schakelen. Riaā€™s moeder, Anna van Mullem overleed twee jaar na de geboorte van Ria onverwacht op zesendertigjarige leeftijd. 

Zondag bracht Ria met haar vader door. Na de mis bezochten ze het graf van Anna en de kinderen op de begraafplaats van Lillo-Kruisweg. Huishoudelijke taken uitvoeren, werken voor school en gezelschapsspelletjes spelen met elkaar vulden de rest van de dag in. Soms was Ria getuige van het immense verdriet dat haar vader zo plotsklaps overviel. Hij zat dan stilletjes aan de keukentafel een potje te huilen. Ria begreep het allemaal nog niet zo goed en bood hem wat troost en warmte aan door zich op zoā€™n moment stilletjes tegen hem aan te vlijen.

Lees ook:

Deel 1: Een ongeschoolde arbeider
Deel 2: Werken in de dancings in de jaren 80
Deel 3: De beloning

Deel 4: De confrontatie

Volgende week: Een positieve wending.

Reacties