Erven en schenken: 7. Doorgeefschenking
Doorgeefschenking ā denk ook eens aan de volgende generatie
Wanneer je een erfenis ontvangt, heb je steeds drie opties: de erfenis aanvaarden, aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving, of verwerpen. Het probleem hierbij is dat het telkens āalles of nietsā is. Je kan niet een deel van de erfenis aanvaarden en een deel verwerpen.
De wetgever zag in dat hier wel behoefte aan was en heeft met de hervorming van het erfrecht op 1 september 2018 de doorgeefschenking geĆÆntroduceerd. Met de doorgeefschenking kan je als erfgenaam de erfenis aanvaarden en tegelijkertijd op een fiscaal voordelige manier een gedeelte van de erfenis doorschenken naar jouw afstammelingen.
Hoe gaat dit in zijn werk? Je moet om een doorgeefschenking te kunnen doen eerst zelf de erfenis van de erflater aanvaarden en de bijbehorende kosten zoals erfbelasting en notariskosten betalen. Vervolgens kun je onder bepaalde voorwaarden een schenking doen aan jouw afstammelingen zonder dat hierover schenkbelasting verschuldigd is.
Het fiscaal voordeel werkt als volgt: de schenkbelasting die jouw afstammelingen zouden moeten betalen, wordt in mindering gebracht van de al betaalde erfbelasting door de schenker. Aangezien de erfbelasting doorgaans hoger is dan de schenkbelasting, zal de schenking vaak onbelast zijn. Dit is echter niet altijd het geval, waardoor er soms nog wel schenkbelasting verschuldigd zal zijn.
Het grote probleem van de doorgeefschenking zijn de voorwaarden waaraan voldaan moet zijn om een geldige doorgeefschenking te doen. Deze zijn heel strikt en maken het in de praktijk niet altijd even eenvoudig om gebruik te maken van dit instrument voor successieplanning.
De doorgeefschenking moet aan de volgende voorwaarden voldoenĀ
Met betrekking tot de schenking:
- moet via notariĆ«le akte;Ā
- schenking mag niet gebonden zijn aan een termijn of onder opschortende voorwaarde gedaan worden; en
- de vrijstelling van schenkbelasting moet expliciet in de schenkingsakte gevraagd worden.
Met betrekking tot het overlijden dat de doorgeefschenking mogelijk maakt:
- overlijden moet dateren van minder dan Ć©Ć©n jaar voor de schenking;
- de schenker/erfgenaam moet het tarief erfbelasting in rechte lijn of tussen partners genoten hebben;Ā
- de schenker/erfgenaam moet erfbelasting betaald hebben (en mag dus niet van een vrijstelling genoten hebben);Ā
- de waarde van de schenking mag niet hoger zijn dan de belaste erfenis; en
- de nalatenschap moet opengevallen zijn in het Vlaams Gewest.
De twee meest lastige voorwaarden zijn (i) de termijn waarbinnen de doorgeefschenking moet gebeuren en (ii) de vereiste van een notariƫle akte.
Eerste obstakel ā de termijn van Ć©Ć©n jaar
Een doorgeefschenking moet binnen een jaar na het overlijden gedaan worden. Na een overlijden denken de meeste mensen hier echter helemaal niet aan. Een overlijden is in de eerste plaats een emotionele gebeurtenis. Daarnaast moeten er ook veel andere praktische zaken geregeld worden: vrienden en familie moeten op de hoogte gebracht worden, er moet een begrafenis gepland worden, lopende contracten moeten beƫindigd worden, enz.
Om de doorgeefschenking te kunnen doen, moet de erfbelasting al betaald zijn. Dit betekent dat de aangifte erfbelasting ingediend moet zijn en dat men een aanslagbiljet moet ontvangen hebben waarop het verschuldigde bedrag aan erfbelasting vermeld staat. Zoān aangifte indienen kost wel wat tijd omdat er bij verschillende instanties informatie opgevraagd en verzameld zal moeten worden. Het probleem is dat de fiscus de aangifte in principe pas zal behandelen na het verlopen van de indieningstermijn van de aangifte. Deze bedraagt 4 tot 6 maanden afhankelijk van waar de erflater overleden is. Je kan hier wel afstand van doen door een vakje aan te vinken in de aangifte erfbelasting. Als je dit doet, dan ontvang je in principe het aanslagbiljet binnen de twee maanden na indiening van de aangifte.
Er is dus in de praktijk geen jaar de tijd om een doorgeefschenking te doen. Het zal eerder een tijdspanne zijn van een klein half jaar waarbinnen dit mogelijk is.
Tweede obstakel ā de vereiste van een notariĆ«le akte
Dit is eigenlijk niet echt een moeilijkheid, maar het is eerder een administratieve (en niet onbelangrijk, een financiƫle) last. Je zal voor de doorgeefschenking steeds langs de notaris moeten passeren en hier komen kosten bij kijken.
Bijgevolg is de doorgeefschenking vooral voordelig voor onroerende goederen. Deze moeten immers steeds notarieel geschonken worden. Voor roerend vermogen zijn er ā zoals hieronder uiteengezet ā alternatieven.
Alternatieven?
Een eerste alternatief voor de doorgeefschenking is de handgift of de bankgift. Je kan zonder veel formaliteiten roerend vermogen schenken zonder dat er schenkbelasting betaald dient te worden. Het grote voordeel van een bankgift of een handgift is dat je niet aan de voorwaarden van de doorgeefschenking moet voldoen en dat je dus ook niet in de problemen kan komen met de termijn van Ć©Ć©n jaar. Het nadeel is dan weer dat de schenker van de bankgift of handgift nog drie jaar moet leven na de schenking. Komt de schenker binnen deze termijn te overlijden, dan betaalt de begiftigde nog erfbelasting op de geschonken som. Bij een doorgeefschenking heb je daarentegen de zekerheid dat je erfgenamen geen erfbelasting verschuldigd zullen zijn. Dit geldt ook wanneer de schenker binnen de drie jaar na de schenking overlijdt.
Een tweede alternatief is een testament opstellen. Bij de doorgeefschenking ligt de keuze om de doorgeefschenking te doen immers bij de erfgenaam en niet bij de erflater. Als je als erflater zeker wil zijn dat een deel van jouw vermogen effectief naar jouw kleinkinderen gaat, kan je dit in jouw testament zo opnemen. Het nadeel is dat de kinderen er dan geen controle over hebben en dat de kleinkinderen erfbelasting moeten betalen. Je kan via testament gelukkig wel 12.500 euro nalaten aan jouw kleinkinderen zonder dat ze hierop erfbelasting moeten betalen.
Voorbeeld
Ik verduidelijk dit met een eenvoudig voorbeeld. Mark erft van zijn moeder een onroerend goed met een waarde van 250.000 euro. Hij wil deze met een doorgeefschenking doorschenken aan zijn zoon Jan. Mark heeft op het onroerend goed 19.500 euro erfbelasting betaald (3% x 50.000 euro + 9% x 200.000 euro). De schenkbelasting die normaal betaald zou moeten worden is gelijk aan 13.500 euro (3% x 150.000 euro + 9% x 100.000 euro). Bij de doorgeefschenking mag de schenkbelasting verminderd worden met de al betaalde erfbelasting. Aangezien de erfbelasting in dit geval hoger is dan de verschuldigde schenkbelasting (19.500 > 13.500), zal er in dit geval geen schenkbelasting meer verschuldigd zijn.
Let wel op: bij de doorschenking van onroerende goederen speelt het progressievoorbehoud. Indien er onroerende goederen worden geschonken aan begiftigden die de laatste drie jaar al een onroerend goed geschonken hebben gekregen van de schenker, dan wordt de eerste schenking meegeteld om het toepasselijke tarief schenkbelasting van de doorgeefschenking te bepalen.
Conclusie
Een doorgeefschenking is een uitstekende optie als je als erfgenaam een deel van de erfenis wilt behouden en tegelijkertijd al de volgende generatie wil begunstigen. Het nadeel is dat er veel geldigheidsvoorwaarden vervuld moeten zijn.
Vooral voor onroerende goederen is de doorgeefschenking fiscaal voordelig omdat deze altijd notarieel geschonken moeten worden.
Artikels in deze reek over erven en schenken zijn:
- Nalatenschapsplanning ā Ook voor jou?Ā
- Erven en schenken: 1. Erfbelasting
- Erven en schenken: 2. Tarieven van erfbelasting
- Erven en schenken: 3. Vrijstellingen en verminderingen in de erfbelasting
- Erven en schenken: 4. De schenking
- Erven en schenken: 5. Waarom (niet) schenken?
- Erven en schenken: 6. Schenking van roerend vermogen
De schenker van een hand of bankgift dient binnenkort nog 5 jaar te leven ipv 3 jaar. :)
Weeral erg relevante info om mee te nemen. Bedankt, Niels!
Beste Niels,
Roerende goederen schenken met bankgift.Kan je dit opmaken blote eigendom en vruchtgebruik ?Kan daarbij nog een jaarlijks bijkomende last opgenomen worden waarbij,die pas opgevraagd wordt indien nodig. Helpen de banken daarbij dit correct op te maken.En moet dit indien er rekeningen zijn in diverse banken afzonderlijk opgemaakt worden.