OPINIE: Laat private equity meer aan zet komen

Private VS Public

Voor de Belgische kleinere investeerder en belegger wordt het beursaanbod steeds schraler. Op de grotere internationale beurzen, zoals in de Verenigde Staten, is het niet anders.

Enkel de echt grote bedrijven met een beurswaarde van boven de paar miljard euro komen nog echt aan bod bij de analisten, de klassieke beursfondsen en de trackers. Ook de grotere private banken volgen alleen nog maar de echt grotere bedrijven. Steeds meer kleinere bedrijven verlaten dus de beurs, ofwel vrijwillig ofwel door overnames van grotere bedrijven of door private equity fondsen.

Dat wil daarom niet zeggen dat er geen bedrijven op de beurs bijkomen. Maar ofwel gaat het om echt grote, winstgevende en bekende bedrijven (zoals bv. JD Peets, een conglomeraat van koffiebedrijven, Aramco, de oliereus van Saoedi Arabië, of Porsche, het automerk) of eerder om technologische bedrijven zoals Mobileye, Darktrace of Adyen, meestal nog niet echt winstgevend maar wel zeker hip.

De kleinere en middelgrote winstgevende bedrijven, die zal je steeds moeilijker op de beurs terugvinden, ofwel zijn deze in familiale handen. Maar steeds meer zijn in handen van private equity fondsen. In de VS zijn 75% van de bedrijven die meer dan 100 miljoen omzet doen nog steeds in privé handen. Meestal gaat het hier om bedrijven die essentiële diensten en producten maken maar die enkel gekend zijn in hun sector.  In België gaat het bijvoorbeeld over Destiny (telecom), Desotec (filters voor industrie), Corialis (aluminium profielen), Nova Reperta (management consulting) en TrustTeam (IT outsourcing).

Nooit van gehoord, zeg je? Inderdaad. Dit zijn middelgrote bedrijven die in alle discretie fors verder groeien in hun specifieke sector en daar ook vaak een consoliderende rol spelen, met de hulp van de private equity fondsen. Door de diepe zakken van deze private equity fondsen, dienen deze bedrijven geen beroep te doen op de publieke markten en kunnen ze verder groeien zonder de regelgevingslasten die een beursnotering met zich meebrengt.

Wil dat daarom zeggen dat niet-beursgenoteerde bedrijven zomaar kunnen doen wat ze willen? Niets is minder waar. Milieu-, sociale en governanceoverwegingen (ESG) hebben steeds meer invloed op investeringsbeslissingen van de private equity fondsen. Dit komt deels doordat de aandeelhouders van de private equity fondsen hier steeds harder om vragen, omdat ze als bijvoorbeeld pensioenfonds zwaar aan regulering onderworpen zijn. Maar daarnaast is het voor veel private equity investeerders ook duidelijk dat een bedrijf dat minder vervuilt en energie verbruikt, beter bestuurd wordt en minder conflicten met zijn werknemers, klanten en leveranciers heeft, waardevoller is op vlak van verkoop. Om het anders te stellen, wordt het steeds moeilijker om bedrijven die bijvoorbeeld in vervuilende sectoren werken, te verkopen voor een goede prijs.

ESG-overwegingen zijn dus niet louter idealisme, maar een keiharde nieuwe realiteit in zaken doen. Private equity bedrijven zijn heel intensief bezig met de diversificatie binnen het management en het personeel, met betere verloningen en met de vermindering van vervuiling en energiegebruik. Dit zorgt vaak voor interne innovatie en de ontwikkeling van nieuwe diensten en producten die meer in de tijdlijn van nu liggen.

De supply side schokken van de laatste tijd hebben er ook voor gezorgd dat private equity bedrijven steeds meer nadenken om hun productie en hun leveranciers meer naar Europa of Noord-Amerika te brengen, wat op zich weer heel wat kansen voor private equity investeringen opbrengt. 

Aangezien private equity investeerders vaak een meerderheid aanhouden in de onderliggende bedrijven en zij een horizon hebben van minstens drie tot vijf jaar, hebben ze ook de kans om hun bedrijven groener en beter te maken, ook als dit op kortere termijn de winstgevendheid vermindert. Deze luxe is vaak niet aanwezig op de beurs, waar je eerder van kwartaal tot kwartaal moet denken. Beleggers die willen dat hun spaargeld ook de maatschappij en de planeet beter maakt, hebben dus meer kans om dit te doen op de private equity markten dan op de beurs.

Hoe kunnen particuliere investeerders hierop inspelen?

Helaas zorgt het regulatoir kader in veel landen – waaronder België – ervoor dat investeringen in private equity fondsen enkel weerlegd zijn voor investeerders die 250 duizend euro of meer kunnen investeren in lokale private equity fondsen zoals Down2Earth of Kepek. Om rechtstreeks mee te kunnen doen met de grotere Europese of Noord-Amerikaanse fondsen zoals een CVC, EQT, CD&R, PAI en dergelijke, dient men vaak enkele miljoenen te kunnen investeren. Men kan ook onrechtstreeks via een feederfonds of een fund of funds (zoals een Top Tier Access) investeren, waar opnieuw de minima rond de honderdduizenden euro’s lopen. Sommige van deze feeders of fund of funds zullen dan nog eens bijkomende management en performance fees aanrekenen, wat weer een gedeelte van het rendement afroomt.

Belgische investeerders kunnen wel een zekere exposure opbouwen naar private equity, door bijvoorbeeld te investeren in beursgenoteerde holdings zoals Sofina, Brederode, Ackermans van Haaren of Gimv. De volatiliteit van de beurs en een mindere diversificatie is er wel bij te nemen, aangezien sommige van deze holdings grote controlerende belangen nemen in bepaalde portfolio-bedrijven.We moeten dus rekenen op de regulator om hier ook over na te denken. Ofwel zorgt men er voor dat private equity fondsen ook kleinere investeerders kunnen toelaten zonder daarom een prospectus te moeten uitgeven, ofwel moet men de pensioenfondsen en levensverzekeringsmaatschappijen toelaten en incentiveren om ook meer in private equity te investeren. Dit kan ook gaan om investeringen in private debt en infrastructuur en dus niet louter om pure private equity.

Aangezien investeringen in solide private equity fondsen de laatste 20 jaar de beurs klopten, kan dit zeker ook de groei van de pensioenspaarpot ten goede komen. Daarnaast zou dit ook meer geld aan het werk zetten in de vergroening en de herlokalisering van onze economie. Deze trends zijn nu al volop aan de gang in onze buurlanden. Er zijn veel opportuniteiten voor Belgische bedrijven om hier ook op in te spelen. Voor de kleinere en middelgrote bedrijven kan de beurs niet meer als kapitaalverschaffer dienen. Laat private equity dus meer aan zet komen.

Reacties

  1. Goed nieuws: intussen is EQT genoteerd op de Zweedse beurs. Ook Investor AB, in Zweden genoteerd, participeert hierin. Investor AB was wellicht de best presterende Europese holding de laatste 20 jaar.