Melexis, CEO Marc Biron

Melexis

Voor het eerst in de ruim dertigjarige geschiedenis van Melexis, zit niet langer een van de grote aandeelhouders aan het stuur van dit Belgische groeibedrijf. Na de jaren met Rudi De Winter als ceo en sinds 2003 zijn echtgenote Françoise Chombar werd Marc Biron (51) in augustus vorig jaar benoemd tot ceo. Maar zal dit tot een nieuwe wind leiden vanuit het hoofdkwartier in Tessenderlo? Biron is al bijna even vertrouwd met Melexis als zijn voorgangers. Eigenlijk was de Franstalige Belg al tijdens zijn studies burgerlijke ingenieur betrokken. Dat was zo’n dertig jaar geleden en Melexis was nog een start up met tien werknemers. Marc Biron: ‘Een van die eerste werknemers was een studiegenoot en vriend van mij. Hij vertelde altijd vol enthousiasme over zijn werk en het bedrijf. Hij was er vol van en dat bleef ik horen. Ook toen ik tijdens mijn vier jaar doctoraat uitzocht hoe je de veroudering van beton kan meten. Ik wist dus al lang waar ik na mijn studies naartoe wilde. Biron haalde in Luik zijn ingenieursdiploma. Het interview gebeurde in het Engels. ‘Ik begrijp wel Nederlands, maar we gebruiken in onze business zoveel Engelse termen dat ik ze vaak niet in het Frans ken, laat staan het Nederlands.’ 

U bent dus een one-company man, zoals men zegt?

Neen, na drie jaar bij Melexis wilde ik toch eens elders proberen. Maar bijna elke dag dat ik opstond dacht ik met heimwee terug aan Melexis. Ik kon snel teruggaan, maar ik wilde ook van die job toen een succes maken. Uiteindelijk ben ik na 18 maanden toch weer bij Melexis gegaan, na een telefoontje van Rudi De Winter. 

Wat is er voor u zo bijzonder aan Melexis? Allicht is er nu wel veel veranderd? 

Het is een heel dynamische omgeving. Dat was toen zo met pakweg 100 medewerkers en dat is vandaag nog zo met 1.500 medewerkers. Ikzelf kon mij volop uitleven met het design van elektronische producten. Vroeger werkte een ingenieur aan een chip. Vandaag is het veel complexer geworden en werken we met tien tot twintig mensen aan een toepassing. Daar is dus een hele organisatie bijgekomen die ervoor moet zorgen dat we efficiënt samenwerken. Vandaag heeft iedereen zijn specialisatie en er is ook een heel team dat de organisatie ondersteunt: zowel intern als extern. In plaats van productmanager ben ik meer projectmanager geworden. 

U bent een technische man? U denkt en werkt vanuit het product? 

Ja, dat is zo. Mijn basis insteek is technisch. Maar, en dat is het DNA van Melexis, alles staat in functie van de klant. Wat we bij Melexis altijd al heel goed gedaan hebben is luisteren naar de klanten. Hoe kunnen wij zoveel mogelijk toegevoegd waarde leveren, is de vraag die ons bij alles leidt. Dat is de sleutel tot ons succes, toen en nu. Behalve met een nieuwe constructeur zoals Tesla, praten wij in de meeste gevallen niet met de autoconstructeurs, maar met de grote elektronica toeleveranciers, de Bosch bedrijven van deze wereld. Voor hen maken wij de chip die zij inbouwen in bijvoorbeeld het gaspedaal. Zij zorgen voor de mechaniek en assembleren de kunststofdelen, een magneet en onze chip tot een geheel. Zo gaat het dan naar de assemblage. 

Françoise Chombar is achttien jaar ceo geweest. Hoe zal uw aanpak verschillen? 

Ik hoop dat ik dezelfde impact kan hebben. Bij het afscheid als ceo van de medewerkers heb ik gezien hoeveel dankbaarheid en respect er is voor haar. Zij is empathisch, sterk in communicatie en ziet het grote plaatje. Ik wil zeker niet van bovenaf iets opleggen. Ik ben geen top down manager. Ik wil dat iedereen mee is in het ontwikkelen van de oplossing. Dat vraagt eerst soms wat meer tijd. Maar dat win je terug, want als iedereen in het team betrokken is, komen er betere producten. Het ontwikkelen van producten zal altijd mijn basis zijn. Dat is mijn comfort zone. Maar ik heb geleerd samen te werken en graag. Ik heb ook geleerd te delegeren. Andere specialisten laat ik graag de beslissing nemen. Daar hoort dan ook de verantwoordelijkheid bij, ook als iets mislukt. 

Elcke (communicatieverantwoordelijke Melexis): Marc is een authentieke leider. Hij speelt geen rol, maar leidt vanuit zijn focus op technologie en om toegevoegde waarde te leveren voor de klanten. 

 Dat waren de stichters/ ondernemers (Duchatelet, De Winter, Chombar) van nature ook. Alles blijft dus zoals het was? 

 Melexis heeft vijf waarden die groot succes hebben gebracht (vrij vertaald: Geloof, Balans, Plan, Team, Klant, red). We voelen dat onze aanpak goed werkt. Er is er dus geen reden om ze aan te passen, integendeel. Natuurlijk, we werken met een driejarenplan voor de product roadmap. Dat wordt telkens herbekeken, waaruit dan nieuwe actie volgt. Dat is nu pas gebeurd, voor de eerste keer zonder Françoise Chombar. Het belangrijkste nieuwe element in de evolutie is versnelling van de elektrificatie. We hebben in totaal 500 à 600 producten in ontwikkeling waarvan we 15 à 20 nieuwe producten lanceren per jaar. Ik wil meer nadruk leggen op innovatie. 

 U wil meer aandacht voor moonshots? Nieuwe dingen vinden waarvan men dacht dat ze niet mogelijk waren? Of grote doorbraken? Dat zijn dingen die pas op termijn resultaten brengen? 

Ja, dingen waarmee we vernieuwen. Robots gevoel geven bij het vastgrijpen bijvoorbeeld is iets waar we bij Melexis al langer aan werken met een tactiele sensor. Zodat de greep zich aanpast aan het voorwerp en een Sinaasappel niet uitperst als dat niet de bedoeling is. Daar zijn veel verschillende toepassingen voor te bedenken. Naast die innovatie blijft optimaliseren enorm belangrijk. Zo willen we ook de operationele winstmarge van 23% naar 25% brengen. Maar beide zijn belangrijk om vooruit te blijven gaan. Voor het bedrijf, voor onze medewerkers, voor de klanten, de gebruikers en de samenleving. Ons ‘We Care’-principe staat overal centraal. We geloven dat dit meer dan ooit belangrijk is om verder succes te hebben als bedrijf. We moeten bekwame medewerkers kunnen aantrekken, zorgen dat ze blijven en zorgen dat ze zich verder ontwikkelen. Daarin slagen als bedrijf is heel belangrijk. 

 Heeft ook Melexis het moeilijk om geschikte mensen te vinden. Hebt u veel opstaande vacatures? 

Melexis werft 200 mensen aan per jaar. Wij hebben nog vacatures van vorig jaar die niet ingevuld zijn. Anders hadden we meer kunnen doen. Jammer. Het tekort aan mensen is een van de grootste uitdagingen. En het is niet alleen voor ingenieurs, we ondervinden het voor alle profielen. Voor operatoren in Ieper (testen van chips, red), voor Human resources, voor Administratie en Financiën.

Is dit tekort vooral nijpend in België of merken jullie het ook elders? 

Het is een globaal probleem. Het zet ook stress op je organisatie. Tegelijk is er ook een tekort aan chips. We willen onze klanten zo goed mogelijk bedienen, laat staan dat ze door ons de productie moeten stilleggen. Iedereen in de supply chain gaat tot het uiterste.

 U geeft les aan de universiteit? Is dat om de beste medewerkers al vroeg aan te trekken? 

Dat was een van ideeën Het helpt om een goed beeld te krijgen van de beste mensen. Ik begeleid studenten in hun masterproject in elektronica. Niet zozeer technisch, maar meer in het organiseren van het project. 

 Er werken meer dan 500 mensen voor Melexis in Bulgarije. Hoe belangrijk is dat, ook omdat de lonen daar veel lager zijn dan hier? 

Melexis is al meer dan 20 jaar actief in Sofia. Dat is in de eerste plaats voor de beschikbaarheid van goede medewerkers met een technische achtergrond. Vanuit Sofia, maar ook van andere landen uit Centraal-Europa en Rusland. Natuurlijk is het financiële aspect belangrijk. De verhouding kost versus competentie is zeer goed. Maar de lonen zijn nu ook weer niet extreem laag. Vanuit Centraal-Europa ben je ook dicht bij een belangrijk deel van de Duitse auto-industrie. In Bulgarije doen we zowel ontwikkeling als het testen van de chips. 

Dat testen is eigenlijk een deeltje van de productie dat Melexis wel doet? 

Het testen doen we inderdaad zelf. Dat is belangrijk omdat bedrijfszekerheid voor onze chips cruciaal is. Er zijn twee fases. Na de externe productie komen de chips in siliciumwafers naar ons. Waarna wij elke chip individueel gaan testen met een minuscule naald. Daarna worden de wafers in Azië versneden tot individuele chips en verpakt en komen ze terug naar melexis, waar wij elke chip nog een tweede keer testen.

 De omzet van Melexis is vorig jaar met 27% gegroeid maar dat is minder dan de groei van het aantal chips? 

Dat is juist, we zijn van 13 Melexis chips per auto naar 18 gegaan (+38%, red.), terwijl onze omzet met 27% is gegroeid. Dat de omzetgroei lager is dan het volume is niet het gevolg van prijsdruk, maar doordat er een hogere groei was in minder complexe, minder dure chips. We genieten ook van een sterke groei in chips die de binnenverlichting van auto’s aansturen, zoals voor de veiligheid als voor het comfort. Daarin zijn we met Melexis ruim wereldmarktleider. Zo’n driekwart van onze chips zijn sensors, die dus werken op warmte, licht, aanraking. Die fysieke signalen zetten onze chips om naar een elektrisch signaal. Met die sensor chips zijn wij de nummer vier in de wereld. Vorig jaar zijn er in totaal 1,7 miljard Melexis chips in auto’s ingebouwd. 

 Wie zijn de concurrenten van Melexis en wat is er specifiek aan uw aanpak versus de markt? 

Het Duitse Infineon is een concurrent, maar ook Bosch, terwijl dat tegelijk ook een klant is. Onze ‘We care’- aanpak is belangrijk, naast uiteraard de kwaliteit, de prijs en de service. Dat uit zich ook in onze relatie met de markt en de klanten. Ik zei al dat Melexis goed is in luisteren. Naar de klanten, maar ook naar de markt, naar de trends. Dat zorgt voor een heel goede customer intimacy. Klanten weten dat ze ons kunnen vertrouwen, niet alleen wegens ons engagement, maar ook voor onze visie op de markt. Op die manier is het aandeel van de chips die wij volledig op eigen initiatief ontwikkeld hebben voortdurend belangrijker geworden. Een aantal zaken ontwikkelen we vanuit de vraag van een klant ook alleen voor hem. Vaak zijn dat speciale dingen die technisch uitdagend zijn. De output is exclusief voor de klant en hij betaalt ook voor de ontwikkeling. Dat gebeurt alleen voor toepassingen met grote volumes. Maar vandaag halen we dus 70% van onze omzet uit ASSP’s, dus chips die we dus op ons eigen budget ontwikkeld hebben en we dus ook aan verschillende klanten kunnen verkopen. 

 Hoe ziet u de markt verder groeien voor Melexis? En hebt u een doelstelling voor zelf ontwikkelde chips versus chips op aanvraag? 

We verwachten dit jaar een omzetgroei in een vork van 12 tot 17%. We zien een versnelling van de elektrificatie en dat brengt meer chips per wagen mee. In aan Volkswagen ID3 (de elektrische Golf, red) zitten 50 tot 60 van onze chips. Doordat de aandrijving meer elektrisch wordt, neemt de aandacht voor elektrische toepassingen bij de toeleveranciers voor de autosector ook toe. We hebben geen doelstelling voor eigen ontwerpen versus exclusief op maat werken. 

 Naast de toename van het aantal chips, heb je ook het aantal auto’s dat geproduceerd wordt. Ziet u iets veranderen in de rol van de auto zelf? Nu staan de meeste auto’s 95 procent van de tijd stil. Is het geen gevaar voor Melexis dat mensen meer een meer auto’s gaan delen? 

Dat is een mogelijk scenario. In dat geval zullen auto’s intensiever gebruikt worden en dus sneller vervangen worden. En in zo’n geval zijn er per auto ook meer chips nodig om de wagen beter aan te passen aan elke individuele gebruiker. Sommige van onze klanten werken aan oplossingen in die richting. Het is best mogelijk dat we nooit meer het productierecord van 2018 zullen terugzien. In dat jaar werden 95 miljoen auto’s geproduceerd. Het jaar daarna 92 miljoen en in 2020 78 miljoen. Voor 2021 is dat nog gezakt door het tekort aan chips. 

 Meer chips per auto, maar mogelijk minder auto’s. En per saldo blijft er groei. Analisten zien de marktgroei voor Melexis op langere termijn met 10 tot 15% per jaar groeien. Ziet u dat ook zo? Ook in omzet?

In het verleden is Melexis met gemiddeld zo’n 10 procent per jaar gegroeid. Voor 2022 verwachten wij een omzetgroei van 12 à 17%, maar ook op langere termijn blijven de structurele groeifactoren aanwezig: het aantal chips per wagen stijgt met zo’n 10 à 15% per jaar, gedreven door elektrificatie, autonoom rijden en de stijgende behoefte aan comfort en veiligheid. Ook buiten de automobielsector zien we tal van mogelijkheden in domotica, computers en servers, alternatieve mobiliteit, digitaal welzijn en robotics.

Hoelang denkt u dat er nog een tekort aan chips gaat blijven? 

Ik vrees dat het langer kan duren dan men denkt. Wij leveren vandaag nog altijd 20% minder dan onze klanten zouden willen. Ons cruciale doel is om iedereen de dringendste leveringen te bezorgen. Het soms echt afwegen. We willen absoluut vermijden dat een klant zijn productie zou moeten stilleggen. Het is keihard werken. Onze leveranciers draaien op volle capaciteit. Zij investeren in extra productiecapaciteit, maar dat vraagt tijd. Ook hun leveranciers hebben wachttijden en dan duurt het ook nog vele maanden voor de productie op toeren komt. Niet alleen de ontwikkeling vraag veel technologie, ook de productie. 

 Bijna alle chips van Melexis worden geproduceerd bij het zusterbedrijf X-Fab. Helpt dat? 

Ja, al was het maar omdat X-Fab dezelfde genen heeft als Melexis. Zij willen ook tevreden klanten. 

Denkt u dat de chiptekorten tot een verandering zal leiden in de sector? 

Het is nu wel bewezen dat het just in time concept gevaren inhoudt. Het werkt al een paar jaar niet meer. Ik denk dat bedrijven wel begrepen hebben dat ze beter wat voorraden aanhouden, ook al heeft dat zijn prijs. Wat we wel zien is dat we nu meer met de autoproducenten zelf kunnen praten. Door het tekort aan chips zijn er veel alarmen afgegaan bij de constructeurs zelf. Het is zeker een voordeel dat we ook met hen nu veel meer directe contacten hebben. Ik heb al voorgehad dat ik bij een bezoek aan een autobouwer ook enkele klanten, dus leveranciers van elektronische componenten, van ons tegenkwam. Directe toegang hebben tot de eindklant kan een voordeel worden van deze crisis. Never waste a good crisis! 

 Technologie en meer bepaald chips hebben ook een geopolitieke dimensie gekregen. De EU wil nu zelfs massaal investeren in de sector zodat Europa meer zelfvoorzienend wordt voor chips. Zit daar geen gevaar in voor individuele bedrijven zoals Melexis? Extra concurrentie of overcapaciteit

Ik denk het tegendeel. Het is positief als de overheid een sector als cruciaal ziet. Het is belangrijk om als belangrijke regio onafhankelijk te kunnen zijn. Meer investeringen in de plaatselijk chipindustrie kan ervoor zorgen dat het eco systeem rijker en belangrijker wordt. Ik denk dat dit voor bedrijven zoals wij tot extra kansen kan leiden. Het kan ook niet verkeerd zijn als daardoor meer mensen in onze richting gaan studeren. Nu moet ik zeggen dat de plannen van de Europese Commissie nog niet tot in detail uitgewerkt zijn. Daarop moeten we wachten om een betere inschatting te maken. 

 Melexis is altijd mooi gegroeid, maar zonder grote sprong voorwaarts. Zijn er geen kansen op externe groei? 

Dat is niet onze strategie. Als zich kansen voordoen om zo bijvoorbeeld een groep ingenieurs in te lijven, doen we dat wel. Maar een grote bestaande business overnemen is niet onze aanpak. We zijn er altijd in geslaagd om het Melexis-DNA -We Care- te bewaren. Of het nu interne of externe klanten zijn: de mensen waarmee en waarvoor we werken staan centraal. 

 Melexis wil wel al langer groeien buiten de automotive, maar dat lukt niet zo goed. Vorig jaar was de omzet buiten automotive gezakt tot 10 procent van de omzet? Toch hernieuwde u het doel om naar 20% te gaan tegen 2025? 

Juist, dat is het doel op middellange termijn. We blijven groeien met chips voor auto’s, maar we blijven geloven dat Melexis ook daarbuiten sterk kan groeien. In het verleden rekenden we erop dat we chips die bestemd waren voor auto’s ook voor andere toepassingen kon gebruiken. Dat lukt ten dele, maar we gaan nu meer ontwikkelen speciaal in functie voor toepassingen buiten auto’s. We hebben een vijftal markten geïdentificeerd waar we veel mogelijkheden zien. Om naar klimaatneutraal te gaan zullen gebouwen bijvoorbeeld slimmer moeten worden er moet eer gemeten worden. Ook Alternatieve mobiliteit met twee-en driewieler en de markt voor het zich goed voelen met draagbare sporthorloges: dat is explosief aan het groeien. Maar in een eerste fase gaan we vooral voor ‘computing en netwerking’ met datacenters en Well Being als eerste groeiers. 

 In die markten heeft Melexis niet de diepe kennis zoals voor auto’s? Is dat dan het moeilijkste of het ontwikkelen van de chips? 

We moeten inderdaad vertrouwdheid opbouwen met die sectoren en toepassingen. We hebben bewezen dat we dat kunnen in de autosector. Het is nu aan ons om te bewijzen dat wat dat ook kunnen voor andere niches die sterk groeien en vernieuwen. 

 Acht u het mogelijk dat op termijn Melexis nog veel sterker zou groeien buiten auto toepassingen en die laatste relatief terugvallen tot 50%? Als u iets ontwikkelt met enorm succes voor bijvoorbeeld alternatieve mobiliteit, well being of datacenters? 

Onze eerste doelstelling is om op middellange termijn van 10 naar 20% te groeien in de niet-automobieltoepassingen. Vandaag willen we vooral vermijden dat productielijnen bij autofabrikanten worden stilgelegd omwille van chiptekorten. In zo’n omgeving is al moeilijk te voorspellen wanneer we die 20% precies zullen halen. We stellen graag ambitieuze doelen, maar we moeten ook met onze voeten op de grond blijven. Dat gezegd zijnde, blijven de onderliggende groeifactoren voor onze niet-automobieltoepassingen gelden op de lange termijn: temperatuursensoren voor het monitoren van patiënten, stroomsensoren voor zonnepanelen, druk- en positiesensoren voor elektrische mobiliteit, het zijn maar enkele voorbeelden die ons overtuigen dat Melexis ook hier een veelbelovende toekomst heeft.

Reacties