Kan u als werknemer uw aanvullend pensioenplan gebruiken voor het energiezuinig maken van uw woning?

Senior man with laptop at home

Werknemers die al een aanvullende pensioenpot hebben opgebouwd kunnen op drie manieren hun opgebouwde reserve in de tweede pensioenpijler aanspreken om hun woning energiezuiniger te maken. De voorwaarde is wel dat het onroerend goed zich in de Europese Economische ruimte bevindt. Dit kan praktisch door middel van een voorschot op polis of via een krediet met inpandgeving van de groepsverzekering. Alhoewel de opgebouwde reserve vooral een appeltje voor de dorst moet zijn bovenop het wettelijke pensioen, kunnen investeringen in energiezuinige maatregelen de maandelijkse lasten verlagen, wat het een interessante zet maakt.

De tweede pijler

Volgens Liantis beschikken zo’n 70% van de werknemers over een aanvullend pensioenproduct. De gemiddelde verworven reserve voor 55 tot 64-jarigen in 2021 komt uit op 57.582 euro. Al zijn er wel grote onderlinge verschillen merkbaar. De mediaanreserve komt dan ook uit op slechts 9.749 euro leren cijfers van de FSMA. De financiële waakhond vermeldt ook dat het merendeel van de werknemers is aangesloten bij een groepsverzekering. Naast de opbouw via een verzekeringsproduct, spaart een deel van de werknemers ook in pensioenfondsen voor de opbouw van hun tweede pijler. Al komt die optie doorgaans enkel voor bij grotere bedrijven en niet bij kmo’s. Als houder van zo’n pensioenplan kunnen aangeslotenen gebruik maken van de mogelijkheid om een voorschot op te nemen voor het bereiken van de pensioenleeftijd. Nu energieprijzen nog altijd historisch duur blijven, stelt zich de vraag of werknemers hun opgebouwde reserve in hun groepsverzekering of pensioenfonds kunnen gebruiken voor het energiezuinig(er) maken van hun woning.

Voorschot

In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, is een voorschot nemen op een groepsverzekering niet vanzelfsprekend. “Wie zeker wil zijn of hij een voorschot op zijn tweede pensioenpijler kan krijgen, bekijkt best zijn groepsverzekeringsreglement”, zegt marktleider AG. Wanneer de mogelijkheid daar voorzien wordt, kan de loontrekkende in samenspraak met de verzekeraar bekijken hoe het voorschot kan worden opgenomen.

De hoogte van het voorschot verschilt per verzekeraar. Naargelang de verzekeraar en de verzekeringscombinatie kunt u tussen 60% en 75% van uw pensioenreserve opvragen als voorschot. De maximumpercentages zijn van toepassing omdat er op moment van pensionering nog fiscale en parafiscale inhoudingen moeten gebeuren.

Verder geeft AG ook mee dat het maximumpercentage voor tak21 contracten hoger ligt in vergelijking met tak23 contracten. De oorzaak voor dat verschil is te herleiden naar de hogere volatiliteit (lees schommelingen) van tak23 producten omdat deze rechtstreeks belegd zijn in een mix van aandelen, obligaties en andere financiële activa waarop de verzekeraar, in tegenstelling tot tak21 contracten, geen garantie hoeft te geven.

Alhoewel een voorschot kan klinken alsof u simpelweg een deel van uw opgebouwde kapitaal vroeger uitbetaald krijgt, gaat het wel degelijk om een lening. De opgebouwde pensioenreserves blijven bij de verzekeraar staan tot het bereiken van de pensioenleeftijd. U blijft dus genieten van de rendementen van uw pensioenplan, maar de verzekeraar vraagt wel een vergoeding in de vorm van een interest voor het vroeger opnemen van het kapitaal. Dat is ook logisch omdat de verzekeraar de gelden niet langer zelf kan beleggen en ze hiervoor een compensatie vraagt.

Volgens Contassur wordt in de praktijk een voorschot vaker genomen voor kleinere bedragen. De reden daarvoor is het proportioneel lagere kostenplaatje in vergelijking met een klassieke lening bij de bank omwille van de afwezigheid van notariële kosten. “Alles loopt rechtstreeks via de verzekeraar”, voegt AXA daar nog aan toe.

Afbetaling

“U kan kiezen om gedurende de looptijd van het voorschot tussentijds intrestbetalingen te doen of niet”, zegt AXA. In het eerste geval gaat het om een interestbetalend voorschot. U kan hier kiezen voor een vaste of variabele interestvoet. De interest kan u voorlopig nog inbrengen in uw personenbelasting zolang het gaat om het energiezuiniger maken van uw tweede woning. Van Peteghem maakte recent echter kenbaar dat hij dit belastingvoordeel wil schrappen.

Een voorbeeld maakt de invulling van een interestbetalend voorschot duidelijk. Wie een kapitaal leent van 10.000 euro voor het plaatsen van zonnepanelen op 55-jarige leeftijd tegen een tarief van bijvoorbeeld 3% zal jaarlijks 300 euro betalen. Bij het bereiken van de pensioenleeftijd, in dit voorbeeld 65 jaar, verrekent de verzekeraar de kapitaalaflossing. Op een looptijd van 10 jaar betaalde de werknemer al 3000 euro aan interesten. De verzekeraar zal hierboven dus nog 10.000 euro afhouden van de opgebouwde reserve als finale kapitaalsaflossing. Wie zelf de berekening wenst te maken kan dat via de website van aflossingstabel.be

Ten tweede is het ook mogelijk om te kiezen voor een interestkapitaliserend voorschot. Hierbij behoudt u net zoals bij het interestbetalend voorschot het rendement op de volledige pensioenreserve. In tegenstelling tot een jaarlijkse of maandelijkse aflossing van de interestgelden, gebeurt de verrekening van de interest pas op het einde. Daarom kan u deze interesten niet aftrekken via de persoonsbelasting.
Het voorbeeld op website van de FSMA geeft daar een uitstekend idee van: Bij het opnemen van een voorschot ten belope van 10.000 euro voor het plaatsen van zonnepanelen op 55 jarige leeftijd wanneer u op 65 jaar op pensioen kan tegen een tarief van 3% komt op het volgende neer.

Jaar 1: 10.000 EUR x 3% = 300 EUR
Jaar 2: 10.300 EUR x 3% = 309 EUR
Jaar 3: 10.609 EUR x 3% = 318,27 EUR
Jaar 4: 10.927,27 EUR x 3% = 327, 81 EUR Jaar 5: 11.255, 09 EUR x 3% = 337,65 EUR Jaar 6: 11.592,74 EUR x 3% = 347,78 EUR Jaar 7: 11.940,52 EUR x 3% = 358, 21 EUR Jaar 8: 12.298, 74 EUR x 3% = 368,96 EUR Jaar 9: 12.667, 70 EUR x 3% = 380,03 EUR Jaar 10: 13.047, 73 EUR x 3% = 391, 43 EUR TOTAAL aan intresten: 3.439,14 EUR

Wanneer u met pensioen gaat en u heeft het voorschot nog niet terugbetaald zal de pensioeninstelling uw aanvullend pensioen verminderen met 13.439, 14 EUR (= 10.000 EUR voorschot + 3.439,14 EUR intresten).

Inpandgeving

Bij de inpandgeving geef je het aanvullend pensioenplan als waarborg voor het verkrijgen van een krediet. “Dat is vooral interessant voor kredietnemers die een beperkte hypothecaire inschrijving wensen of niet over andere waarborgen beschikken” zegt AXA. “Omwille van een hoger kostenplaatje dat dergelijke financiering met zich meebrengt, is het vooral interessant voor mensen die grote werken willen doen aan hun woning” meent BNP ParibasFortis. In tegenstelling tot bij een voorschot op een groepsverzekering, komen er notariskosten en dossierkosten verbonden aan het vestigen van een nieuwe zekerheid op het onroerende goed aan te pas. Wie een kosten-batenanalyse wenst te maken, kan een simulatie van de notariskosten doen via notaris.be en de dossierkosten navragen bij de desbetreffende bank.

Een inpandgeving gebeurt in combinatie met het afsluiten van een hypothecair krediet. Doorgaans loopt dit via een bulletstructuur waarbij de kredietnemer gedurende de looptijd enkel interesten betaalt en de kapitaalaflossing pas op het einde gebeurt. De bank zal wanneer u op pensioen gaat, de pensioenreserve aanspreken om uw krediet af te lossen. Op uw pensioendatum wordt uw opgebouwde kapitaal dus niet aan u, maar aan uw bank uitbetaald. Omdat de bank het kapitaal pas terugziet op het einde van de looptijd van het krediet, wil ze zeker zijn dat ze op dat moment over het geld kan beschikken. Door de inpandgave van het aanvullend pensioenplan is ze daarvan verzekert. Een hypothecair krediet dat steunt op een inpandgeving, waarbij de betaling van het krediet pas bij het einde van de looptijd gebeurt, is vooral handig om de maandelijkse aflossing laag te houden. Nu het leven alsmaar duurder wordt kan dat voor mensen het verschil betekenen in het al dan niet aanvatten van ingrijpende energiezuinige renovaties.

Om te bepalen wat de hoogte van het krediet is, kijkt men naar de opgebouwde reserve bij de aanvraag van het krediet. Er wordt ook gekeken hoeveel dat bedrag zal oprenten tegen het einde van de looptijd en naar de terugbetalingscapiteit van de klant. Ook het type van de onderliggende groepsverzekering zal bepalen welk percentage de kredietnemer maximaal kan lenen. Bij tak21 verzekeringen zal dat percentage hoger liggen dan bij een tak23 verzekeringen omdat die laatste onderhevig is aan beursschommelingen. Bij tak21 groepsverzekeringen is de toekomstige waarde van het eindkapitaal daarentegen makkelijker in te schatten. Doorgaans zal er maximaal 70% van het opgebouwde pensioenkapitaal en/of overlijdenskapitaal in pand gegeven kunnen worden meent pensioenexpert Contassur.

Pensioenfondsen

Pensioenexpert Contassur die instaat voor het beheer en de dienstverlening van de pensioenfondsen, is één van de weiningen in België die de aangeslotenen bij die pensioenfondsen de mogelijkheid biedt om een voorschot op polis of inpandgeving te verkrijgen. COO Eric Baeckelandt benadrukt dat het aanbieden van die opties door een pensioenfonds eerder een uitzondering vormt op de regel. De reden daarvoor ligt in de extra administratieve werkzaamheden en kosten die deze service met zich meebrengt. Daarom kiezen de meeste Belgische pensioenfondsen simpelweg om deze mogelijkheden niet te voorzien. De pensioeninstellingen die de service wel aanbieden, zullen daarom meestal toekenningscriteria zoals een minimumbedrag eisen. Anders is de sop de kolen niet waard. Zo’n 15% van de actuele voorschotten heeft betrekking op de financiering van zonnepanelen of de isolatie van een woning zegt de COO. “Ik ben ervan overtuigd dat dat aantal nog verder zal toenemen nu de wetgever in Vlaanden en Brussel vastgoedeigenaars verbiedt om de huur te indexeren als de woning over een slechte EPC-score van E of F beschikt of er geen EPC-attest voor handen is”, besluit hij.

Reacties