Bijna elke Waalse partij roept op om belastingen uit te breiden
Draadje over Belgische vermogensbelastingen
Het Belgische begrotingstekort blijft met de dag oplopen. Midden juli overschreed het tekort 50 miljard euro. Een historisch hoog cijfer, want voor de lockdown was dit nog ‘slechts’ 13,8 miljard. De roep naar nieuwe belastingen neemt toe. Opvallend is dat men daarbij vooral kijkt naar een vermogensbelasting of hogere vermogenswinstbelastingen. Wie met deze taks het Belgische begrotingstekort wil oplossen, zal in de praktijk helaas merken dat deze taks in België niet de grote oplossing kan zijn. Waarom niet? Omdat er wiskundige grenzen zijn aan het belasten van vermogens. Bovendien kan een vermogenswinstbelasting minder opleveren dan vroeger door de lage rente.
Wallonië bijna unaniem voor meer belastingen op vermogens
Voor wie het debat niet volgt, de roep naar een vermogensbelasting klinkt vooral sterk in het zuidelijke deel van het land. Of we nu spreken over Ecolo, het cdH, de PS of DeFI, op de MR na roept bijna elke Waalse partij in zijn programma op om de bestaande vermogensbelastingen of vermogenswinstbelastingen uit te breiden of nieuwe belastingen in te voeren. Wat men echter niet graag hoort, is dat België de opbrengsten uit vermogen al zeer zwaar belast. In sommige scenario’s zelfs zwaarder dan het vermogen uit arbeid.
Belastingen op vermogens gelijkaardig en hoger dan op arbeid
Stel, u hebt een vennootschap. U betaalt uiteraard de belastingen en accijnzen zoals sociale bijdragen op het loon van de werknemers, accijnzen op energie-en brandstof en andere belastingen die we momenteel volledig buiten beschouwing laten. De winst die je overhoudt na al je kosten en verborgen belastingen, zal nadien via de vennootschapsbelasting belast worden tegen een tarief dat vanaf 2020 25 procent bedraagt. U kan nu eindelijk dit geld gebruiken, denkt u.
Toch niet, want op dat moment zit het al belaste geld immers nog in je vennootschap waar je het enkel kan gebruiken voor bedrijfsdoeleinden. Als je er wat uit wil halen voor persoonlijke doeleinden, zal je nogmaals een belasting van 30 procent moeten betalen via een dividendbelasting. Door de combinatie van al deze belastingen is de totale belastingdruk voor een ondernemer te vergelijken met de belastingen op arbeid en vaak zelfs hoger. In vergelijking met andere Europese landen waarbij we de winstbelasting op ondernemingen en het dividend samennemen, hebben we hierdoor al een van de hoogste belastingspercentages van Europa.
Recent fenomeen
Dat is niet altijd zo geweest. In 2011 konden de Belgen nog genieten van een dividendbelasting van 15 procent. Echter toen de regering Di Rupo onder druk kwam van de financiële markten, werd er onder grote druk snel een regering gevormd, waarbij men ook op vermogens begon te focussen. In verschillende stappen werd zo de dividendbelasting verdubbeld van 15 tot 30 procent oftewel een belastingverhoging van 100 procent. Ook kreeg de Belgische belegger nog meerdere verhogingen van de beurstaks over zich heen, een speculatietaks, een effectentaks en nog andere (pest)belastingen. Ook werden de belastingen op beleggingsfondsen onopgemerkt verhoogd waardoor ook de houders van deze effecten ongemerkt een vermogensbelasting werd opgelegd.
Vinden we dat vermogens niets hoeven bij te dragen? Nee, maar vermogens dragen vandaag al zoveel bij dat er wiskundig gezien niet veel marge is om meer te vragen zonder dat de staat de grootste koek krijgt van de totale vermogensinkomsten.
Nulrente zet inkomsten vermogen onder druk
In de begindagen van Di Rupo kon je nog investeren in Belgisch overheidspapier tegen 6 procent per jaar. Vandaag moet je betalen om geld te mogen lenen aan de Belgische staat. Zo krijg je, als je 10 jaar 100.000 geld leent aan de Belgische staat, op het einde maar 97.500 euro terug door de negatieve rente. Geld brengt vandaag helaas niets meer op.
Zo berekende ICE Data Services in een studie onlangs dat 86 procent van de wereldwijde obligatiemarkt (die trouwens een waarde heeft van 51.000 miljard euro) een rendement heeft van maximaal 2 procent. Nog nooit was het percentage obligaties dat zo weinig rente opbracht zo hoog. Ongeveer 60 procent van het papier geeft zelfs een rente lager dan 1 procent. Een groot probleem voor de Belgische overheid, want hierdoor zijn sinds 2011 de opbrengsten uit de roerende inkomsten op vastrentend papier zwaar gedaald. In de laatste jaren van de 20ste eeuw bood 75 procent van de obligaties nog rendementen boven de 5 procent. Ooit waren er zelfs rentes met dubbele cijfers.
Corona zet inkomsten dividend onder druk
Die tijden zijn echter voorgoed voorbij. Gelukkig zijn er nog de inkomsten uit dividenden van bedrijven zou je denken? De coronacrisis steekt daar een stokje voor. Het ene bedrijf na het andere staat vandaag onder druk en heeft daardoor zijn dividend opgeschort. Zo loopt onze belastingverslaafde overheid zelf volgens de financiële krant De Tijd dit jaar maar liefst een half miljard euro mis uit haar belangrijkste overheidsparticipaties. Denk hierbij aan BNP Paribas (299 miljoen), Belfius (161 miljoen) en Ethias (31,6 miljoen). En dan hebben we het nog niet over de dividenden van privébedrijven. In 2019 kreeg de overheid nog bijna 2,7 miljard euro uit dividenden. Dit jaar zal door de coronacrisis ook hier een miljardengat gapen.
Dat er door de coronacrisis een taks zal komen op vermogen lijkt bijna onafwendbaar. Men zal dus kijken naar de vermogenden en in België is dat heel simpel. Iedereen die een huis heeft of iets gespaard heeft voor zijn pensioen zal in het vizier komen. In dit land ben je snel rijk, althans voor de overheid.
Dit artikel verscheen ook op www.doorbraak.be.
Reacties