105 Jaar erfrechten in ons land

Signing Last Will and Testament

Allesbehalve een verjaardag om te vieren 

Eindelijk wil een overheid, de Vlaamse in dit geval, een belasting verlagen. In het regeerakkoord van de nieuwe Vlaamse regering staat dat een vermindering is voorzien van naar schatting 350 miljoen euro, versus eerst 500 miljoen euro. Dat is op totale jaarontvangsten uit successierechten die ondertussen richting 2 miljard euro gingen. Helaas is het allemaal weinig ambitieus of creatief, zoals eigenlijk de hele regeringsverklaring. Maar het is een verlaging en dat is positief in een land waar de belastingdruk torenhoog is. Christan Floru, vastgoedspecialist van Spaarvarkens, dook in de geschiedenis van de erfrechten in België en komt tot de vaststelling dat ‘de belasting op miserie’ (het sterven van een verwant) in de voorbije eeuw op een vooral sluipende manier enorm toegenomen is. En daar wordt met de nieuwe planning weinig aan gedaan. Nog altijd weigert men de bedragen te indexeren en blijft de belasting dus automatisch toenemen.

Voor Christian Floru dat uit de doeken doet; geven we hier nog letterlijk mee wat de Vlaamse onderhandelaars overeenkwamen. “We hervormen en verlagen de erfbelasting, zowel voor de kinderen en de langstlevende als voor broers, zussen en andere personen. Iedereen moet kunnen genieten van een lagere erfbelasting, waarbij we in eerste instantie onze focus leggen op de kleine en middelgrote erfenissen. We hebben in deze hervorming ook specifieke aandacht voor de situatie waarbij een overledene niemand nalaat of kan begiftigen in rechte lijn. We behouden het principe dat de schenkbelasting niet hoger mag zijn dan de erfbelasting. Onrechtmatige achterpoortjes worden gesloten.”

Van 1 naar 27% en nooit geïndexeerd

In 1851 werd er een vlaktaks ingevoerd op erfenissen in rechte lijn van… 1%. Sindsdien is deze belasting, vooral op een sluipende manier, enorm toegenomen. Voordien bestond er slechts een vlaktaks van 4% of 10% op erfenissen van verre verwanten. Men oordeelde toen namelijk dat de overdracht van het familiaal vermogen een onaantastbaar geheel diende te blijven. Het familievermogen vormde destijds immers ‘de sociale zekerheid’ van een familie.

In 1919 werden er voor het eerst en na hevige parlementaire discussies erfbelastingen zoals we ze vandaag kennen ingevoerd. De hoogste schijf in de rechte lijn werd bepaald op 10 miljoen Belgische frank. Men hanteerde destijds een tarief van 15%. Het bedrag van 10 miljoen Belgische frank komt overeen met 250.000 euro. Dat is ondertussen nog altijd de hoogste schijf. Maar door de voortdurende inflatie is die omgerekend 250.000 euro van meer dan 100 jaar geleden vandaag natuurlijk veel minder waard. Het tarief is vandaag ook veel hoger met 27%.

Onrechtstreekse lijn

In de onrechtstreekse lijnen is de situatie zelfs schrijnend: de hoogste schijf werd ook nog verlaagd tot 125.000€. Het was pas in 2018, door het initiatief van Carina Van Cauter, dat deze schijf, belast met een tarief van 65%, afgeschaft werd.

Carina Van Cauter deed heel wat werk om het erfrecht te moderniseren. Ontelbare familieruzies vonden hun oorsprong in de manke wetgeving. Zo was er bijvoorbeeld de inkorting, waarbij geen rekening gehouden werd met de geldontwaarding ten opzichte van andere activa bij voorafgaande giften van lang geleden. 

In Wallonië was het tarief 80% voor de onrechtstreekse lijn, een voorstel om dat naar 90% te verhogen werd vernietigd door de Raad van State. In Wallonië heeft de nieuwe regering zich intussen voorgenomen de tarieven drastisch te verlagen. In principe zullen de tarieven daar door twee gedeeld worden. 

Verdoken belastingverhoging

Hoewel de Vlaamse regering van plan is de erfbelasting te verlagen en er de laatste jaren aanpassingen werden doorgevoerd, bleef de hoogste schijf van 250.000 euro altijd bestaan. Ze werd dus nooit geïndexeerd. Doordat de erfbelasting progressief is, komen steeds meer mensen in de hogere schijven terecht, zo wordt de erfbelasting dus eigenlijk jaarlijks, sluipend en onaangekondigd verhoogd. 

Wil men de erfbelasting gelijk houden, dan zou men de schijven jaarlijks moeten indexeren. Wil men de erfbelasting verlagen, dan zou men zelfs meer moeten doen dan enkel indexeren. Niets doen is simpelweg een verdoken belastingverhoging. 

Het is de perfecte illustratie van een belasting waarvan de invoering eerst slechts geaccepteerd kon worden omdat ze alleen de heel rijken trof, de uitzondering en dus ‘de andere’. Met het voortschrijden van de tijd werd dit vervolgens geruisloos een belasting voor iedereen.

De successierechten wegen dus almaar zwaarder, daaraan is al bij al weinig veranderd. Wel wordt, sinds men de effecten aan toonder afschafte in 2008, een onderscheid gemaakt tussen het roerend en onroerend gedeelte, waarop de progressieve belasting apart geheven wordt.

Successierechten op waarde van gemiddeld huis: maal 12! 

Om aan te tonen dat de erfbelasting torenhoog is in vergelijking met vroeger hanteer ik twee benaderingen.

De eerste benadering is de waarde van de goudmunt van 20 Belgische frank (goudstandaard). De historische munt werd geslagen in 1865 en heeft een hedendaagse waarde van 430 euro. Omgerekend zou de hoogste schijf van de erfbelasting in 1919 (10 miljoen Belgische frank) dus 215 miljoen euro moeten bedragen. Dat staat in schril contrast met de hoogste schijf van 250.000 euro vandaag.

De tweede benadering is de gemiddelde prijs van een eengezinswoning. In 1919 kostte de gemiddelde eengezinswoning… 6000 Belgische frank (omgerekend 150 euro). Het tarief dat destijds van toepassing was, bedroeg 1%. Vandaag kost een eengezinswoning gemiddeld 330.000 euro. Berekend volgens de verschillende belastingschijven (alles boven 250.000€ wordt aan 27% belast) bedraagt de erfbelasting op een eengezinswoning in eerste lijn vandaag 12%. De erfbelasting in de rechte lijn is voor een vermogen ter grootte van een eengezinswoning dus vertwaalfvoudigd.

Aangezien een eengezinswoning indertijd omgerekend 150 euro kostte, kunnen we stellen dat de hoogste schijf indertijd bedoeld was voor heel vermogende families die meer dan 1600 woningen bezaten. Omgerekend naar vandaag spreken we dan over vermogens van meer dan 500 miljoen euro. Gelukkig is de eigen woning vrijgesteld als een echtgeno(o)t(e) of of samenwonende partner sterft bij vererving door de partner.

Nog een voorbeeld: de taks op effectenrekeningen 

Hetzelfde zien we gebeuren bij de taks op effectenrekeningen. Ook daar weigert de overheid bewust de schalen te indexeren. Sinds de introductie van de taks in 2021 bleef de schaal onveranderd op 1 miljoen euro. Geïndexeerd zou de schaal eigenlijk al 1,2 miljoen euro moeten bedragen. 

Opvallend was de retroactieve invoering ervan, voor verrichtingen vanaf oktober 2020. Bij de Federale regeringsformatie werden al ballonnetjes opgelaten om het tarief te verdubbelen en de belastbare basis uit te breiden. 

De meerwaardebelasting op aandelen en onroerend goed, is een ander voorstel dat op de regeringstafel ligt met de ‘fiscale hervorming’. Het lijkt wel dat belastingen rechtvaardig geacht worden, zolang men er zelf niet onder valt. Het hoeft geen verwondering dat het Vlaams gewest weinig te lijden had onder begrotingstekorten, wanneer de erfrechten automatisch verhoogd worden door de schalen niet te indexeren.

Erfrechten ontwijken

Er is een hele industrie ontstaan om deze hoge erfrechten te ontwijken, hetgeen op zijn beurt leidde tot een hogere opbrengst van schenkingsrechten en registratierechten. In plaats van iets te creëren worden briljante geesten verplicht energie te steken in het vermijden van financiële debacles. 

In tegenstelling tot roerende goederen, waarbij grotendeels een vrijstelling kan bekomen worden mits toepassing van eenvoudige technieken, is dat voor onroerende goederen onmogelijk. In het bijzonder bij plots of vroegtijdig overlijden kunnen de hoge tarieven leiden tot de gedwongen verkoop van de gezinswoning of tweede verblijf.

In meer achtergestelde gebieden, waar de mogelijkheden tot inkomensverwerving beperkter zijn, zuigt het alle kapitaal om enig initiatief te nemen weg. Dat zijn de gele gilets in Frankrijk of Flyover country in de VS. 

Indien Vlaanderen beter wil doen wat het zelf doet, is enige eerlijkheid inzake aanpassing van de schalen geen overbodige luxe. Sinds de overheveling van de bevoegdheid naar Vlaanderen in 1997 evolueerde de gemiddelde prijs van een woning van 46.000€ naar 330.000€. De schalen zouden in dezelfde richting aangepast moeten worden, om een gelijke belasting te hebben zoals bij het ontstaan van Vlaanderen. Wallonië gaf alvast het voorbeeld, laten we hopen dat het nog kan verkeren!

Reacties

  1. Schitterend, Christian! Al moet je wel veel moed hebben om die confronterende content te willen lezen 🧐 Want eigenlijk wil je dit allemaal niet weten. Hetgeen je schrijft is nu niet bepaald bevorderlijk voor de gemoedsrust. Deze dingen aan de kaak stellen is nochtans meer dan broodnodig. Eens de failliete overheid ergens een voet tussen de deur heeft, is er vaak geen weg meer terug. Integendeel… We weten ons gewaarschuwd!

    1. Ik zocht dit uit nav een vroegere ‘verlaging’. Ik herinnerde mij dat die hoogste schijf in 1977 ook al bestond. De ‘evolutie’ van deze schijf kon ik reconstrueren uit het staatsblad in het archief. Intussen is een nieuwe tijd begonnen, startende met het internet. Wat ervoor gebeurde: vaag.

  2. Schitterende samenvatting en overzicht. Niet te lang blijven bij stilstaan of je wordt depressief…. Kritisch blijven t.o.v. de overheid en alles wat ze ons willen doen geloven is de boodschap.

  3. je reinste diefstal op een vermogen waar een familie zijn hele leven hard voor gewerkt heeft. Diezelfde familie heeft bovendien op alles wat ze in bezit heeft al belastingen betaald bij de aankoop. Dit moet wat mij betreft gewoon worden afgeschaft, maar in een belastingparadijs als België (voor overheden dan toch) is dat een utopie.

  4. Zeer ontluisterende invalshoek rond het perverse effect van het consistent niet indexeren van belastingsschalen, wat trouwens eveneens het geval is voor andere belastingen dan enkel de erfbelasting.
    En ´miserie-taks´ is hier volledig terecht als je weet dat in verschillende landen echtgenoten volledig belastingsvrij van elkaar erven voor zowel roerend en onroerend goed, bijvoorbeeld in Portugal om er maar een van de vele landen te noemen.
    Met betrekking tot de recent aangekondigde vermindering van de erfbelasting door onze Vlaamse regering, lijkt het er op dat die overheid uiteindelijk vooral een grotere progressiviteit wil invoeren, want vermindering zal er enkel zijn voor de lage en middel-grote erfenissen, wat dat dan ook mag betekenen. Dus wellicht op basis van grensbedragen die misschien ook wel zullen vergeten worden om te indexeren …
    En daarnaast onder het mom van ´compenseren van verminderde inkomsten uit erfenissen´ het verder moeilijker maken voor de meer wakkere en dus anticiperende burger, bijvoorbeeld door het verlengen van de ´verdachte periode´ van 3 naar 5 jaar bij bank- of hand-giften. Bemerk de terminologie ´verdacht´.
    Wat mij betreft, als er een entiteit verdacht dient te worden van enige malafide intenties, dan is het wel onze overheid onafhankelijk of dit nu op federaal, gewestelijk of gemeentelijk niveau is.
    Hopelijk bewijst de Vlaamse overheid en de betreffende minister Ben Weyts het tegendeel, al was het maar om van Vlaanderen een aangenamere plaats te maken. En zeker voor een weinig plezant onderwerp als erfenissen en enige planning daarrond.

    1. Destijds was men ook vergeten de schalen voor de inkomstenbelasting te indexeren. Partners werdden samen belast, dus 1 van hen zat dan direct voor alles in de hoogste schijf. Pas in 2000, regering Verhofstadt 1 dacht ik heeft men daar komaf mee gemaakt.
      In de Zuid-Europese landen meestal geen erfrechten.
      Ha, u had ook de terminologie opgemerkt, zoals, ‘de fiscale hervorming’…
      Ik had er Diependaele eens aangesproken over die niet-indexering en hij vond dat echt een punt, hoop doet leven.

  5. Van mij mogen ze de erfbelasting hoog laten, je kan die perfect ontwijken. Ik zou graag de belasting op arbeid naar beneden zien gaan. Meer dan 50% loon elke maand afgeven is waanzin, dit zou nooit boven de 50% mogen komen. Dat daar niemand voor op straat komt, bewijst hoe de politiek met alles wegkomt in België…

    1. 50% is te veel natuurlijk. Maar de verlaging van de inkomstenbelasting is de wortel die men de ezel voorhoudt om andere belastingen te verhogen, in te voeren of aftrekken af te schaffen. Tegen de achtergrond van uitgaven die al 20 jaar sneller stijgen dan het BNP, je reinste onzin. Er is nog steeds geen kerntakendebat over grote uitgavenposten. In Vlaanderen is dat zorg en onderwijs.