Wat is cashflow?

Female hand holding a magnifying glass over the mobile calculator on cash money

Of we nu cashflow, cash flow of cash-flow moeten schrijven …

daar verliezen we liever geen tijd mee. Laat ons direct naar de essentie gaan en het begrip cashflow uitvlooien. De definitie van cashflow of kasstroom is de netto winst plus de afschrijvingen. Afschrijvingen zijn een niet-cash post en worden dus bij de netto winst geteld. Iets meer volledig en spijtig genoeg wat complexer, is het niet dat er ook in het financieel resultaat en de belastingen soms niet-cash posten zijn, maar dit terzijde. We proberen het simpel te houden, de cashflow bestaat dus uit de netto winst plus de afschrijvingen en die afschrijvingen weerspiegelen dus de investeringen die voordien plaatsgevonden hebben. Die investeringskost wordt dan over de levensduur van de investering ten laste genomen van het resultaat, maar nogmaals, er is geen cash mee gemoeid. 

Wat complexer om te begrijpen is de evolutie van het werkkapitaal. Zoals het woord het zelf zegt, is dit het kapitaal voor de dagelijkse werking. Langs de activakant zijn dat o.a. voorraden en klantenvorderingen, langs de passivakant zijn dat vooral de leverancierskredieten. Het is duidelijk dat als het bedrijf groeit, de voorraden en de klantenvorderingen zullen stijgen. Het leverancierskrediet zal ook stijgen, maar niet in die mate dat de hogere voorraden en klantenvorderingen gecompenseerd worden. Met andere woorden, groeibedrijven moeten dus voldoende cash hebben of genereren om de behoefte aan meer werkkapitaal te dekken. Een leuk weetje is dat Kinepolis een negatief werkkapitaal heeft. De bezoekers moeten hun tickets, cola en popcorn cash betalen, maar Kinepolis moet zijn leveranciers maar na 30 dagen of meer betalen. Het moeilijke is dat er niet echt een term bestaat om de cash-flow na verrekening van werkkapitaal te benoemen. 

Voila, we hopen dat het bedrijf dan nog een positieve cash-flow heeft. Die cash-flow kan dan voor verschillende andere doelstellingen ingezet worden. Een eerste betreft de investeringen. Hier maken we een onderscheid tussen enerzijds vervangingsinvesteringen, om bestaande verouderde machines, IT-apparatuur of auto’s of andere te vervangen en anderzijds uitbreidingsinvesteringen, bv. een nieuw en groter gebouw, nieuwe meer performante machines enzoverder. Ook hier geldt dat groeibedrijven meer uitbreidingsinvesteringen zullen hebben, waardoor er minder cash-flow overblijft. Een nuttig technisch weetje is dat vervangingsinvesteringen meestal wel in lijn zullen liggen met de afschrijvingen. 

De cash-flow minus wijzigingen in het werkkapitaal en minus investeringen, kunnen we definiëren als de vrije cash-flow. En hier wordt het interessant, want die vrije cash-flow kan aangewend worden om een dividend uit te keren, om de schuld te verlagen, om eigen aandelen in te kopen, of om overnames te verrichten. Kinepolis bijvoorbeeld kon in de eerste helft van 2023 zijn schuld niet echt verminderen, het had gekozen voor hogere investeringen in de kwaliteit van zijn zalen en in acquisities. 

We merken regelmatig dat beleggers niet houden van bedrijven met een negatieve vrije cash-flow. Op het eerste zicht is het natuurlijk aantrekkelijker om bedrijven met een positieve vrije cash-flow te kopen, maar beter is te kijken hoe het komt dat die vrije cash-flow negatief is. Als dat negatief cijfer het gevolg is van hoge investeringen (bv. Sipef investeert elk jaar bijna 100 miljoen USD in nieuwe aanplantingen in zijn plantage), dan is dit goed nieuws voor de toekomst. Is de cash-flow uit de lopende activiteiten al negatief, dan kan er een groot probleem zijn, misschien tijdelijk, of misschien fundamenteel. 

Om een lang verhaal kort te maken, ga nooit af op bepaalde commentaren m.b.t. een of ander cijfer, kijk na wat er achter de cijfers zit of hoe ze tot stand komen. Veel geluk ermee!

Reacties