Na de bel: Zeepbellen en bedrijven zonder winst en omzet

Waarschuwen voor zeepbellen is contraproductief 

“We zitten in een zeepbel. De markt kan elk moment corrigeren. Ik wil mijn portefeuille beschermen.”: Dit zijn zowat de dagelijkse commentaren van nogal wat beleggers en commentatoren. Toch blijven de beurzen verse records neerzetten en beperken de grote uitschuivers zich tot individuele aandelen. Tegen het beleggerssentiment van de goegemeente in. Zoals er van zowat alles indicatoren zijn, zo zijn er ook talloze peilingen naar het beleggerssentiment. Uit de maandelijkse enquête bij professionele fondsbeheerders van BofA (Bank of America) antwoordde in oktober 54% met ja op de vraag of aandelen vandaag in een zeepbel zitten. Dat is een flinke verhoging van de -nog altijd forse- 40% die positief antwoordde op dezelfde vraag in september. The Economist peilde ook met de vraag wie ongerust is voor een potentiële crash van de beurzen. Liefst 75% toont zich ‘erg ongerust’ en 18% is ‘een beetje ongerust’. Amper 7% is “totaal niet ongerust”. Jammer genoeg werd niet gevraagd of ze daar ook naar handelden en aandelen verkochten. Dan is het risico op een crash laag, want dan is er al veel verkocht. Als beleggers daarentegen al hun aandelen bijhielden, dan hoeft er niet veel te gebeuren om een daling in te zetten.

Zelfs de investeringen in AI zijn misschien geen zeepbel

Hans Bevers, econoom bij Degroof/Petercam, plaatst zelfs kanttekeningen bij de waarschuwingen dat er een zeepbel rond AI is geblazen. Hij merkt op dat beleggers destijds ook in 1996 voor ‘irrational exuberance’ werden gewaarschuwd door Alan Greenspan, toen voorzitter van de Amerikaanse Centrale Bank. Zijn foute voorspelling werd vaak herhaald en aangehaald. Tot de dotcom-zeepbel ruim drie jaar later alsnog knapte. Met andere woorden: wat ben je met zo’n waarschuwingen als er zelfs niet bij benadering iets van een timing kan gegeven worden? Misschien werkt dat zelfs contraproductief want na een jaar of desnoods twee zegt iedereen: “Zie je wel, er is niets aan de hand, kopen maar!”. Als er voortdurend “brand, brand!” wordt geroepen, vallen er gegarandeerd slachtoffers als het echt brandt. In historisch perspectief zijn de huidige investeringen in AI niet alarmerend hoog, vindt Bevers. Er werd vroeger een groter deel van het BBP uitgegeven aan elke van de voorgaande investeringsgolven zoals in telecom (1990), infrastructuur voor auto’s (1910), treinsporen (1880) enzovoort. 

Bedrijven zonder winst en omzet klimmen het meest 

Toch tekent de econoom van Degroof Petercam reserve aan bij het steeds grotere aantal bedrijven op de Nasdaq-beurs (vaak technologiebedrijven) die nog verlieslatend zijn (meer dan de helft van de ondernemingen) of zelfs nog geen inkomsten hebben (14% van de bedrijven). Precies die bedrijven zijn de uitblinkers van de Nasdaq. Met cijfers tot 30 september klommen bedrijven zonder inkomsten dit jaar al met 34% versus 7% voor de winstgevende bedrijven op de groei- en technologiebeurs. Ondertussen zijn de aandelen op Nasdaq fors blijven stijgen. De Amerikaanse beurs voor groeibedrijven was met een klim van 5% in oktober zelfs de beste beurs, op Tokio na. De uitstekende resultaten van de bigtechbedrijven hebben daar zeker toe bijgedragen, maar de verlieslatende bedrijven en de ondernemingen zonder omzet zagen hun aandelenkoersen niet terugvallen. Eenmaal er een correctie komt – en die komt er zeker – zullen die wel het meest zakken. Fors gestegen aandelen vallen dan altijd sterk terug, zeker als hun waardering gebaseerd is op gebakken lucht en andere veel te optimistische voorspellingen.

Published in Aandelen, Beleggen

Reacties