DEME, ceo Luc Vandenbulcke

DEME

Energietransitie geeft ‘nieuwkomer’ DEME wind in de zeilen

“We kunnen niet alles kopen, maar we zijn slim en snel “

ceo Luc Vandenbulcke demonstreert een mangaanknol en een miniatuur van de DEME-onderwatermachine om de knollen op de bodem van de oceaan op te zuigen.

Precies zevenenveertig dagen na de splitsing en de aparte beursnotering arriveren we in de Antwerpse haven aan het hoofdkwartier van Dredging, Environmental and Marine Engineering NV, kortweg DEME. Zusterbedrijf CFE is er ook. De bouwgroep is bezig nieuwe kantoren te bouwen voor de groeiende groep. Het Belgische CFE is een heel ander bedrijf dan het wereldbedrijf DEME, een specialist in complexe waterbouwkundige projecten. De twee aandelen waren, op de dag van het interview, al 16% meer waard dan voor de splitsing. DEME won zelfs al 19%, wat wil zeggen dat de koers van CFE licht zakte.

We zijn in Zwijndrecht voor een gesprek met Luc Vandenbulcke die sinds 2019 ceo is van DEME. We zagen hem nog niet vaak in de media, net zomin als zijn voorganger Alain Bernard. Nu DEME apart noteert, zal de ‘baggergroep’ ongetwijfeld meer in de kijker lopen. Eindelijk, want DEME is niet zomaar een parel van het Belgische bedrijfsleven. DEME is een cruciale schakel in de wereld om de transitie naar hernieuwbare energie waar te maken. De groep is nummer 1 in het plaatsten van enorme windmolenparken op zee. En wat velen niet weten: DEME zal een van de eerste grote producenten worden van groene waterstof. Het bedrijf is ook een pionier in het winnen van cruciale grondstoffen in de oceaan. En met de vierde divisie ‘Environment’ zuivert DEME vervuilde grond en water. Zelfs het eeuwige PFOS krijgt DEME uit het vervuilde zand rond de fabriek van 3M, dat per toeval een buurman van DEME is in Zwijndrecht. Zeg nu zelf: verdient zo’n bedrijf niet meer aandacht?

Even een introductie, want u bent misschien nog niet zo bekend bij het grote publiek. Hoe bent u ceo geworden van DEME?

Vandenbulcke Ik heb ingenieur bouwkunde gestudeerd aan de KULeven en heb me gespecialiseerd in maritiem onderzoek. Na anderhalf jaar ben ik bij DEME gekomen en daar werk ik nu 25 jaar. In 2005 heb ik mee Geosea opgericht, de afdeling voor offshore energie bij DEME. We werkten er toen met tien mensen, vandaag zijn het er meer dan duizend. DEME was een van de pioniers in offshore wind. We hebben dus een enorme groei meegemaakt. Sinds 2012 zit ik mee in de cockpit van de groep, sinds begin 2019 als ceo.

Wat heeft u ondertussen gerealiseerd als ceo en wat zijn uw doelstellingen?

Vandenbulcke DEME is een groep met heel wat verschillende activiteiten en bedrijven, die ook zichtbaar heel verschillend waren. Die hebben we al jaren geleden onder de DEME-vlag samengebracht onder een groene kleur. Ik ben daarna verdergegaan in de vereenvoudiging. We hebben vier entiteiten gecreëerd met eigen winst- en verliesrekeningen en een gefocust management met eindeverantwoordelijkheid. Vroeger was er een centrale COO (Chief Operation Officer) voor alle activiteiten.

Met de afsplitsing van CFE en de beursgang is er nog wat gewijzigd, maar er blijven vier duidelijk onderscheiden segmenten: de eerste is ‘Dredging & Infra (structuur)’ met onder meer ook havens en tunnels. Dan als tweede de ‘Offshore Energy,’ voor 85% is dat windenergie. Nummer drie is ‘Environment’ met zuivering van water en grond. En dan heb je, last but not least, ‘Concessions’ met daarin ook onze nieuwe ontwikkelingen. Geef me straks zeker wat tijd voor dat laatste segment, want dat is minder bekend terwijl daar veel toekomst zit.

We hoorden van mensen bij DEME dat ze de laatste jaren meer organisatie en doelgerichtheid merken. De cowboytijd is als het ware voorbij?

Vandenbulcke We werken aan grote belangrijke projecten. De tijdsgeest is er ook niet naar om zomaar wat te doen en te zien waar je uitkomt. Er moet een goede planning zijn en we moeten verantwoording kunnen afleggen over alles. Als er ergens iets misloopt, heb je een probleem. Er is een strikte kwaliteitscontrole en veiligheid is nog belangrijker dan vroeger.

Kan u wat toelichting geven bij de vier verschillende segmenten? De groeivooruitzichten, de concurrentie, enzovoort? Te beginnen met de twee grootste: Dredging & Infra en Offshore Energie. Beiden hebben een enorm groot orderboek, goed voor twee jaar de omzet.

Vandenbulcke Zowel Dredging als Offshore hebben inderdaad een orderboek van elk 2,7 miljard euro. Het orderboek voor offshore windenergie is snel en fors gegroeid door onder meer heel grote contracten in de VS. Daar was al een sterke marktgroei. De oorlog in Oekraïne en de extreem hoge aardgasprijzen komen nu boven de geplande overgang naar hernieuwbare energie. De tenders blijven komen. Voor onze marktpositie in offshore wind mogen we zeggen dat DEME het breedste aanbod heeft. Wij kunnen alles wat nodig is voor het aanleggen van offshore windmolenparken, behalve het ontwikkelen van de turbines.

Er zijn vier belangrijke activiteiten bij de aanleg van zo’n windmolenpark. Eén: het installeren van de funderingen. Twee: het plaatsten van het transitiestuk en het opbouwen van de turbine. Drie: het leggen van de kabels en vier: het beschermen tegen erosie met stenen. In al die activiteiten is de concurrentie anders. Misschien benadert Van Oord (Nederlands, red.) nog het beste onze brede scope. Globaal is DEME de wereldleider. We hebben bijvoorbeeld 20% van alle turbines geïnstalleerd en 16% van alle funderingen gedaan. Boskalis is ook sterk in offshore energie, maar dan voor olie en gas.

Kan u inschatten hoe sterk de groei nog zal zijn in offshore wind? In 2020 was de capaciteit 25 GW. Volgens de plannen zou dat alleen in Europa meer dan verviervoudigen tegen 2030 en daarna nog eens verviervoudigen tot 450 GW tegen 2050. Dat is gigantisch!

Vandenbulcke De toename zal inderdaad enorm zijn. Nu mag je dat ook niet één op één vertalen als groei in aantal te plaatsen turbines. De turbines worden almaar krachtiger. We zijn begonnen in het windmolenpark C-Power in de Noordzee met de eerste generatie, dat was 5 MW per turbine, vandaag installeren we 16 MW en er wordt al uitgekeken naar turbines van 20 MW. De evolutie gaat enorm snel. Iedereen zet de industrie onder druk om toch maar nog krachtigere turbines te leveren om zoveel mogelijk windenergie te hebben tegen de laagst mogelijke kost. Dat heeft ook zijn limieten.

Eigenlijk gaat die technische evolutie te snel om economisch goed te zijn. Kijk maar naar de producenten van turbines, die halen geen mooie cijfers. Dat komt omdat ze altijd maar weer moeten investeren in nieuwe, grotere turbines. Normaal ontwikkel je een platform en kan je dat terugverdienen door er veel van te maken. Maar die tijd krijgen ze niet. En natuurlijk moet de hele logistiek volgen. Wij hebben pas de Orion in dienst genomen, een schip dat we zelf hebben ontworpen om de funderingen voor die allergrootste turbines sneller te kunnen plaatsen. Voorheen werd dit enkel met hefeilanden gedaan. Nu kan het vanop een drijvend installatieschip. Een investering van 300 miljoen euro (die twee jaar vertraging opliep doordat de kraan brak bij de oplevering, red.) Een tweede is in aanbouw in Taiwan.

Naast de Europese markt zijn er ook Azië en de VS. Hoe groot zijn die markten?

Vandenbulcke De VS staan 20 jaar achter op Europa, maar de markt is even groot. Zij zullen hetzelfde pad volgen, maar sneller. En dan heb je nog Azië met Japan, Zuid-Korea, Taiwan … daar werken we ook. We hebben een joint venture in Japan.

“De VS staan 20 jaar achter op Europa, maar de markt is even groot. “

U heeft al heel grote contracten binnengehaald voor de VS. Was er geen probleem met protectionisme in de Amerikaanse handelswet?

Vandenbulcke Eigenlijk zijn zowel de Amerikaanse als Chinese markt theoretisch op eenzelfde manier afgeschermd. Maar je moet naar de praktijk kijken. Er is inderdaad de Jones Act die zegt dat er enkel transport tussen Amerikaanse havens mag gebeuren door Amerikaanse bedrijven, met Amerikaanse schepen en Amerikaanse bemanning. Het gaat alleen over het transport en dat is geen probleem: we werken daarvoor samen met Amerikaanse bedrijven. We kunnen ons werk daar perfect uitvoeren.

Afhankelijk van het park kunnen wij in de VS alle taken verzorgen die tot ons metier behoren. Eind vorig jaar haalden we het grootste contract ooit voor een Amerikaans windmolenpark binnen. Voor het Coastal Virginia Offshore Wind Park langs de Amerikaanse oostkust doen we alle funderingswerken en leggen we alle kabels. Het park zal goed zijn voor 2,6 GW. Dat is groter dan de zes windparken voor de Belgische kust samen en kan 660 000 mensen van groene stroom voor[1]zien.

Zijn er eigenlijk Amerikaanse spelers die dat ook kunnen? Of kunnen bedrijven die actief zijn in offshore olie snel omschakelen naar offshore windparken installeren?

Vandenbulcke Neen, er zijn geen Amerikaanse spelers actief in windenergie. Het metier voor offshore olie is heel anders dan het aanleggen van offshore windmolenparken. Het is iets zoals scheepsbouw en wagens produceren. Dat zijn ook twee totaal verschillende disciplines. Voor olieplatformen is minder tijd nodig en het is meer individueel. Als wij een windmolenpark aanleggen werken wij als aan een lopende band, maar dan in het heel groot. En wij zetten daar veel automatisering voor in.

Als je de planning en de ambities bekijkt voor offshore wind in de wereld, is er dan wel voldoende capaciteit om dat allemaal te installeren? Zelfs met de verwachting dat de turbines nog groter worden?

Vandenbulcke Dat is een terechte opmerking. Tegen midden van dit decennium gaat er een tekort zijn. Dat voel je nu al in de tenders. Er zijn er veel grote aanbestedingen en niet iedereen kan daarop ingaan. Daardoor zullen de marges waarschijnlijk toenemen.

Maar voor dit jaar moest u een winstwaarschuwing geven, door de toename van de kosten?

Vandenbulcke We leven in bijzonder tijden. Na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne en de enorme klim van de energie- en voedselprijzen nemen onze klanten wat meer tijd om alles te bekijken en te beslissen. Dat is begrijpelijk. Maar dat is waarschijnlijk tijdelijk. De discussie duren ook langer. Vroeger werd aan het onderdeel ‘doorrekening van brandstofkosten’ bij het sluiten van een contract niet zoveel aandacht besteed. Nu vraagt dat allemaal meer tijd. Dat is niet dramatisch, maar het heeft wel een negatief effect op de cijfers op korte termijn.

DEME investeerde de voorbije jaren heel grote bedragen in nieuwe speciale schepen. Zal dat zo blijven?

Vandenbulcke Ja, wij investeren gemiddeld elk jaar zo’n 500 miljoen euro. Pakweg de helft in nieuw materiaal en de helft in onderhoud en reserveonderdelen. We hebben een moderne sterke vloot met meer dan 100 schepen. Dat is belangrijk om de problemen van nu aan te pakken. Neem de grote droogte deze zomer. Daardoor was er niet voldoende diepgang in rivieren voor schepen. Op sommige plaatsen dacht men er niets aan te kunnen doen, omdat de bodem te hard is. Met de nieuwe Spartacus beschikt DEME over de grootste ‘cutter’ ter wereld voor harde ondergronden. Die creëert nu een nieuwe markt, al is hij voor onze rivieren te groot.

“De bagger- en infrastructuurwerken evolueren over het algemeen mee met de wereldeconomie. “

Hoe zijn de vooruitzichten voor de baggeractiviteiten? Die zijn vooral bekend van die door de ‘vanity’ projecten van oliestaten die kunstmatige eilandjes bouwen voor exclusief toerisme. Is die tijd voorbij?

Vandenbulcke Vanity projecten (lacht). Die had ik nog niet gehoord. Neen, dat soort werken is er niet meteen bij. Het baggeren staat vaak in relatie tot het bouwen van grote infrastructuurwerken.

Waar werken we vandaag allemaal aan? (Somt op) Een nieuwe haven in Alexandrië, de aanleg van een afgezonken tunnel voor de Oosterweelverbinding in Antwerpen, een tunnel in Zeebrugge, een 18 kilometer lange tunnel tussen Duitsland en Denemarken, een nieuwe sluis in Terneuzen en we bouwen een haven uit in het Franse Port La Nouvelle. Daar zal ik straks meer over zeggen. We wonnen ook een contract voor kustbescherming in Livorno in Italië. De bagger- en infrastructuurwerken evolueren over het algemeen mee met de wereldeconomie. De groeivoet is zoals die van de economie.

Met de klimaatverandering en een stijgende zeespiegel voor ogen zou je verwachten dat de groei hoger zou zijn?

Vandenbulcke Ik denk dat die problemen nog te ver van ons liggen. En niet alle regio’s hebben er vandaag geld voor. De middelen zijn beperkt en worden gespreid in de tijd.

Zijn het dan de politieke wil en het geld die ontbreken eerder dan dat er technische beperkingen zijn?

Vandenbulcke De rem is dat we er nog niet volop willen op inzetten. Ik denk dat we voor nog zeer grote uitdagingen staan. Maar kunnen we bijvoorbeeld onze contreien aanpassen aan de stijgende zeespiegel? Dat is op zich geen enkel probleem. Het is ook perfect mogelijk om laaggelegen en bedreigde kusten zoals New York te beschermen.

DEME is overal in de wereld actief. Welke rol spelen de toenemende geopolitieke spanningen?

Vandenbulcke We voelen dat de wereld aan het polariseren is. Zeker tussen China en de VS. Dat leidt ertoe dat Westerse bedrijven minder actief zullen zijn in en rond China, maar ook het omgekeerde. Chinezen kapen contracten weg in Europa. We staan bekend voor de openheid in aanbestedingen. Maar dat is ook aan het veranderen.

Vaak speelt de concurrentie van Chinese baggeraars zich trouwens af op een ander niveau dan het operationele of zelfs de prijs. De Chinezen hebben grosso modo hetzelfde kostenniveau als wij: hun schepen zijn even duur, de brandstof ook en de bemanning is niet tevreden met veel minder dan de onze. Chinese bedrijven maken het verschil door hun dikwijls wilde financieringen. Maar vaak kunnen die klanten of armlastige landen niet aan hun verplichtingen voldoen. Dan krijgen de Chinezen de uitbating in handen en blijven de klanten berooid achter. Dat heeft zich al een paar keer voorgedaan. Men begint dat nu ook te zien, zodat men terughoudender wordt voor die aanpak.

De divisie Environmental dan. Nog klein met 166 miljoen omzet en 9 miljoen euro winst.

Vandenbulcke Het orderboek is ondertussen al gegroeid tot 309 miljoen euro en de marges zijn gezond. We doen dit al lang, omdat we in de baggerdivisie werden geconfronteerd met bijvoorbeeld vervuild slip, waarvoor we aan oplossingen zijn gaan werken.

“PFOS zal niet de laatste vervuiling zijn die opduikt. “

We zien toenemende belangstelling. Je hoeft maar te kijken naar de PFOS-affaire in België om te begrijpen waarom. (Vanuit het kantoor zien we de fabriek van 3M, de producent van PFOS, red.) Dit zal niet de laatste vervuiling zijn die opduikt.

Het is wel een activiteit waar je alles dichtbij moet hebben. Je moet de grond kunnen behandelen zonder dat verre verplaatsingen nodig zijn en het overschot moet je ook in de nabijheid kwijt kunnen. Dus voorlopig is het vooral beperkt tot de omgeving van België. Dat kan later wel internationaal uitgebouwd worden. We hebben er jaren in geïnvesteerd. Het is complexer dan mensen denken. Het kan dat iedere tien kubieke meter grond van dezelfde omgeving anders is. We zien er een mooie groei in.

En dan zijn we bij het segment Concessions beland!

Vandenbulcke Graag! Het is ook meer dan concessies. Hier zitten onze nieuwste ontwikkelingen. Dit is ook een manier om te scoren en onze duurzame missie waar te maken. We zijn een bouwer en aannemer, maar in deze afdeling stappen we samen met de klant of partners mee in de financiering en de uitbating van wat wij dus bouwen. Zo brengen we onze belangen volledig op een lijn. Aan de ene kant kan dit zorgen voor een meer gevulde pijplijn en aan de andere kant is het een manier om ook terugkerende inkomsten te hebben. Als aannemer moet je er telkens weer voor zorgen dat je orderboek gevuld is. Dat is in de praktijk geen probleem, maar als we er weerkerende komsten aan toevoegen, krijgen we meer diversificatie en een beter financieel profiel. We geloven dat dit model op alle vlakken voordelen biedt.

En hoe zal u dit financieren?

Vandenbulcke Tot nog toe hebben we dat allemaal gedaan vanuit onze cashflow. Uit sommige projecten zoals Merkur in Duitsland zijn we gestapt met een mooie meerwaarde. Dat is ook een manier. Wij hebben niet de middelen van de Totals en Shells van deze wereld. Zij kunnen alles kopen in hernieuwbare energie. Maar willen de overheden dan dat zij de prijzen kunnen bepalen van alle energie, inbegrepen de groene? Het zou niet meer dan gezond zijn dat er een vaste prijs komt voor hernieuwbare energie. Maar goed, wij zijn snel en slim, dat werkt ook.

In de toekomst zullen we misschien ook naar andere manieren van financiering kijken. Maar ondertussen hebben we al een indrukwekkende portefeuille en pijplijn. We hebben vandaag projecten die goed zullen zijn voor 8 megawatt aan hernieuwbare energie. Om een idee te geven: dat is ongeveer de gemiddelde vraag in gans België. Wij zijn niet volledig de eigenaar, dit zijn participaties van 12% tot 50%, die we dus zelf bouwen en ontwikkelen.

Als eerste hebben we dus baggerwerken en infrastructuur waar we in participeren. Dat doen we momenteel in Duqm in Oman, waar we samen met de OQ, de oliemaatschappij uit Oman, het project HYPORT bouwen. We beschikken daar over een terrein van liefst 150 km2, dat we vol zullen bouwen met zonnepanelen en windturbines. Die stroom zullen we gebruiken om ter plaatse groene waterstof te produceren. Deze installatie is een wereldprimeur en moet produceren vanaf 2026–2027. We doen dit samen met de haven van Antwerpen. Bedoeling is om de groene waterstof te exporteren naar België. Ook de haven die we ontwikkelen in Port La Nouvellein in Frankrijk willen we samen uitbouwen tot een hub voor offshore windenergie met logistiek om groene waterstof te transporteren.

Uw project voor het winnen van metalen in de diepzee hoort ook in dit segment?

Vandenbulcke Jawel. We hebben tussen Hawaï en Mexico een concessie op een gebied in de oceaan ter grootte van twee keer België. We werken al meer dan tien jaar aan een manier om aan diepzeemijnbouw te gaan doen. Op de bodem van de oceaan op zo’n 4 tot 5 kilometer diep ligt het vol met mangaanbollen. Dat zijn afzettingen waar zich in de loop der tijd koper, nikkel, kobalt en mangaan in hoge concentraties hebben verzameld. Wil je zo’n knol eens bekijken? Wacht (staat op en komt met soort grijze steen terug). Kijk, dit is een mangaanknol waar de metalen zich hebben afgezet op een haaientand. Zo liggen er miljarden wat we noemen mangaanknollen op de bodem. We hebben een diepwaterrobot ontwikkeld die de metaalrijke bollen kan opzuigen. Het heeft heel wat voeten in de aarde gehad, maar het werkt nu.

Afbeelding met tafel, binnen

Automatisch gegenereerde beschrijving

Milieuorganisaties huiveren ervoor dat de mens nu ook de oceaanbodem gaat exploiteren. Ze vrezen dat dit schade zal berokken aan het onderwaterleven.

Vandenbulcke We kennen die bezorgdheid. We werken onder strikt toezicht van de Verenigde Naties om de effecten op het milieu na te gaan. Heel invasief is het proces niet. De robot rijdt over de bodem en zuigt gewoon de knollen op, die daarna via een buis naar een schip moeten gezogen worden. Er worden bij wijze van spreken geen mijnen in de oceaan gebouwd.

Natuurlijk is er een zeker effect. Maar de mens heeft die metalen wel nodig, in de eerste plaats voor de energietransitie. Recyclage kan pas later een volledige oplossing zijn. Er is nu een enorme opbouw nodig in bijvoorbeeld windturbines. Die grondstoffen zitten daar dan voor pakweg twintig jaar vast. De mens heeft de keuze: ofwel putten we de aarde op het land verder uit voor die grondstoffen, maar dat is pas echt vernietigend. Ofwel maken we gebruik van de die onontgonnen rijkdom in de oceaan. Die mangaanknollen hebben nog een voo[1]deel: in tegenstelling tot op aarde zitten die metalen daar heel geconcentreerd en samen in. Dat zorgt er ook voor dat de metalen er veel gemakkelijker en milieuvriendelijker uit kunnen gehaald worden, met bijna 40 minder CO2 uitstoot.

Wanneer hopen jullie met de exploitatie te kunnen beginnen?

Vandenbulcke Dat zal nog niet voor direct zijn. We moeten eerst ook nog een concessie krijgen voor de exploitatie van de Verenigde Naties. Dit gebeurt in de schoot van de VN omdat het gaat over internationale wateren. We zien dat sommige leden van de VN tegen zijn omdat ze concurrentie vrezen. Het gaat dan over landen die veel grondstoffen hebben. Andere landen die arm zijn aan grondstoffen zijn voorstander. Uiteindelijk moeten we van de VN een concessie krijgen voor exploitatie, nu hebben we alleen een concessie voor het onderzoek. Bij exploitatie zal ook een vergoeding horen, te betalen aan de VN.

Heeft u geen schrik dat deze activiteit zal afstralen op het duurzame profiel van DEME, iets waar jullie hard op inzetten. U bent op vele terreinen een voorloper in technologie die het milieu kan verbeteren. Maar toch blijft u bijvoorbeeld met Offshore ook voor een stuk actief in fossiele energie. Zou u daar niet beter mee stoppen? Dan hebt u een meer zuiver profiel als ‘duurzaam’ aandeel.

Vandenbulcke Wij zijn voor het overgrote deel actief in de opbouw van hernieuwbare energie. Tegelijk draait de wereld nog grotendeels op fossiele brandstoffen. Bij ons is offshore voor olie maar 15% van het totaal van de afdeling. Dat zou dan vandaag nog te veel zijn? Het is gewoon een realiteit dat we voorlopig nog altijd fossiele brandstoffen nodig hebben. Ik voel me niet aangesproken dat wij daar nog een klein deeltje voor leveren.

Op korte termijn lijken de hoge olieprijzen nefast voor het klimaat, want het wordt terug interessant volop te investeren in olieprojecten, ook voor beleggers die anders een dividendbonanza dreigen te missen. Maar wat op wat langere termijn?

Vandenbulcke Het was duidelijk dat er nog een grote heropleving van de sector zou komen. Hoelang die zal duren, dat weet ik niet. Maar de hoge prijzen zijn natuurlijk ook een heel sterke katalysator voor energiebesparingen en alternatieven. Die duw is er nu duidelijk wel.

Als we nu onze afhankelijkheid van olie niet afbouwen, wanneer dan wel?

Vandenbulcke Inderdaad. Voor een deel zijn de hoge olieprijzen speculatie, een deel onderinvesteringen, maar voor een deel is het ook lokaal probleem. De VS hebben bijvoorbeeld veel minder last van de hoge prijzen. Hoe je het ook draait of keert, we zijn een energiearm continent.

Tot slot, u heeft een goede blik op welke problemen er op ons afkomen door de klimaatverandering en als ingenieur ook op de technische uitdagingen. Bent u dan optimistisch over de toekomst?

Vandenbulcke Technisch kunnen we ze aan. Ik ben een enorme vooruitgangsoptimist. Ik denk niet dat we de problemen gaan oplossen door erover te praten. We gaan ze wetenschappelijk moeten oplossen. Kijk naar hernieuwbare energie, die overtreft de verwachtingen jaar na jaar.

Reacties