Beleggen in luchtvaartaandelen

Airplane at the International Airport

Voor veel mensen is reizen dé manier om te ontspannen en zich even los te koppelen van het werk en andere verplichtingen. Met de zomervakantie in aantocht, komen luchtvaartaandelen dan ook vaak op de radar van beleggers te staan.

Vroeger waren luchtvaartmaatschappijen grotendeels of volledig in handen van overheden, waardoor de mogelijkheden om hier te beleggen eerder beperkt waren. Sinds de deregulering in de jaren 80 zijn er echter meer spelers gekomen die de sector door elkaar hebben geschud. Beleggers hebben op deze manier meer keuze om te beslissen in welke luchtvaartaandelen ze willen beleggen.

Luchtvaartsector 

De luchtvaart is een zeer specifieke sector. Beleggers die hierin willen beleggen moeten een aantal zaken weten vóór zij hieraan beginnen.

Allereerst is de luchtvaartsector cyclisch. Dit wil zeggen dat de vraag naar vliegreizen sterk afhankelijk is van de economische situatie. Bij een slechte economie zullen minder mensen op reis gaan en zullen er ook minder goederen vervoerd moeten worden.

Daarnaast kampt de sector met hoge vaste kosten. Denk hierbij aan investeringen in vliegtuigen, personeel, onderhoud en luchthaventoegang. Hierdoor zijn luchtvaartmaatschappijen kwetsbaar bij dalende omzet omdat het moeilijk is om snel kosten af te schalen. De brandstofprijzen zijn een andere kritieke factor. Bij stijgende olieprijzen zal kerosine, de brandstof waarop vliegtuigen vliegen, duurder worden wat zal knabbelen aan de winstmarges van de bedrijven.

Lagekostenmaatschappijen

Wanneer we kijken naar beursgenoteerde luchtvaartmaatschappijen kunnen we over het algemeen een onderscheid maken tussen twee soorten. De eerste zijn de lagekostenmaatschappijen.

Lagekostenmaatschappijen zijn luchtvaartmaatschappijen die vliegen tegen lage tarieven door sterk, soms zelfs extreem, op de kosten te letten. Ze bieden basisdiensten: geen gratis maaltijden, beperkte bagage en vaak extra kosten voor stoelkeuze of instappen met voorrang. Ze gebruiken vaak één type vliegtuig en vliegen op goedkope luchthavens. Door deze strategie kunnen ze goedkoper opereren dan traditionele maatschappijen.

Ryanair

Hoewel lagekostenmaatschappijen een vrij nieuw fenomeen lijken, bestaan deze echter al lang. Ryanair, de bekendste lagekostenmaatschappij ter wereld, is bijvoorbeeld reeds opgericht in 1984. Het bedrijf begon zich in 1990 te focussen op lage kosten. Als een van de grootste luchtvaartmaatschappijen van Europa beschikt Ryanair over een vloot van 618 vliegtuigen. Het bedrijf investeert constant in deze vloot wat een aangekondigde investering van 22 miljard dollar in 210 nieuwe Boeing 737-8200 ‘Gamechanger’ vliegtuigen duidelijk maakt. Deze vliegtuigen bieden plaats voor 4% meer passagiers en verbruiken 16% minder brandstof.

Door zo fel te concurreren op prijs, zijn veel van deze bedrijven verlieslatend. Ryanair slaagt er echter als een van de weinigen in om consistent winst te boeken. Ryanair staat dan ook bekend als de kostenkampioen in Europa. Het bedrijf heeft voornamelijk Boeing 737 MAX 10 (330 stuks) in dienst, wat zorgt voor lage onderhouds- en trainingskosten. Ook moet er voor elk extraatje bijbetaald worden, tot spijt van wie het benijdt maar het is wel een strategie die werkt. Ryanair zorgt er ook voor dat hun vliegtuigen zo vol mogelijk zitten. Hun bezettingsgraad ligt steeds ruim boven de 90%. Tot slot kiest Ryanair ervoor om de grootste luchthavens te vermijden en te vliegen op secundaire luchthavens waar de landingsrechten goedkoper zijn.

easyJet

Een andere bekende lagekostenmaatschappij is easyJet, dat haar hoofdkantoor in het Verenigd Koninkrijk heeft. easyJet beschikt naar eigen zeggen over een van de jongste vloten uit de sector. Het bedrijf heeft in totaal 318 vliegtuigen uit de Airbus familie.

Het aandeel van easyJet heeft het de afgelopen jaren moeilijk gehad met een daling van 20% over de afgelopen vijf jaar. Nu lijkt er echter beterschap in zicht. Na drie opeenvolgende verlieslatende jaren, slaagde het bedrijf erin om in 2024 opnieuw met winst aan te knopen. De nettowinst bedroeg 452 miljoen pond. In 2025 verwacht het bedrijf een winst voor belastingen van 1 miljard pond te boeken. 

Traditionele luchtvaartbedrijven

Naast de lagekostenmaatschappijen hebben we nog de “traditionele” luchtvaartmaatschappijen. Vaak waren deze in het verleden volledig of gedeeltelijk in handen van hun overheden.

Traditionele luchtvaartmaatschappijen, ook wel full-service carriers genoemd, bieden uitgebreide dienstverlening en bedienen vaak zowel korte als langeafstandsroutes. Ze vliegen vanaf grote, centrale luchthavens en bieden doorgaans meerdere reisklassen (economy, business, first), met inbegrepen services zoals maaltijden, ruimbagage en entertainment. Deze maatschappijen hebben internationale netwerken en vormen allianties met andere luchtvaartbedrijven.

Lufthansa Group

Het Belgische Brussels Airlines is sinds 2016 volledig in handen van het Duitse bedrijf Lufthansa. Dit bedrijf noteert aan de Duitse beurs onder de ticker LHA. Met meer dan 100.000 werknemers en een omzet van 37,5 miljard euro in 2024 is het bedrijf een belangrijke speler in de wereldwijde luchtvaartsector. Naast Brussels Airlines bestaat de groep onder meer uit Discover Airlines en de lagekostenmaatschappijen Germanwings en Eurowings. Eind 2024 bestond de vloot van de Lufthansa Group uit 735 vliegtuigen.

Air France-KLM

Air France-KLM is ontstaan door de fusie van twee nationale luchtvaartmaatschappijen. Enerzijds was er het Franse Air France en anderzijds het Nederlandse KLM. De twee bedrijven fuseerden in 2004 waardoor de grootste luchtvaartgroep van Europa werd gevormd.

Air France-KLM beschikt over een indrukwekkende vloot van 574 vliegtuigen. De gemiddelde leeftijd van de vloot bedraagt zo’n 12 jaar. Vliegtuigen gaan doorgaans zo’n 20 tot 30 jaar mee. Eind vorig jaar was bijna 35% van de vloot in volle eigendom van Air France-KLM. De overige vliegtuigen worden geleased, 14% onder financiële lease en 52% onder operationele lease.

Buffett is geen fan

Hoewel veel beleggers luchtvaartaandelen in portefeuille hebben, is meesterbelegger Warren Buffett absoluut geen fan en hier heeft hij verschillende redenen voor.

Allereerst opereren luchtvaartmaatschappijen met zeer lage marges, zelfs in goede jaren. De maatschappijen vechten voortdurend voor marktaandeel waardoor de prijzen die zij kunnen vragen onder druk staan. Hiernaast hebben zij beperkte tot geen prijszettingsmacht. Voor reizigers is het belangrijk om op tijd op hun vakantiebestemming te zijn, waardoor zij vaak kiezen voor de goedkoopste optie.

De luchtvaartsector kent hevige concurrentie, zowel tussen traditionele full-service maatschappijen als met lagekostenmaatschappijen. Dit leidt vaak tot prijsoorlogen, vooral op populaire routes. Om marktaandeel te behouden, verlagen maatschappijen vaak hun tarieven. Tegelijkertijd is er overcapaciteit, doordat luchtvaartmaatschappijen moeilijk kunnen afschalen. Een leeg vliegtuig kost bijna net zoveel als een vol vliegtuig, wat bedrijven ertoe verleidt om toch te blijven vliegen tegen lage prijzen.

Tot slot is luchtvaart een van de meest kapitaalintensieve sectoren. De aanschaf en het onderhoud van vliegtuigen, personeel, brandstof, verzekeringen, … zorgen voor enorme vaste lasten. Veel maatschappijen hebben bovendien hoge schulden om deze investeringen te financieren. Als de vraag plotseling daalt, blijven de kosten grotendeels doorlopen, terwijl de inkomsten instorten.

In 2016 investeerde Buffett in grote Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen als Delta Airlines en Southwest Airlines voor in totaal 8 miljard dollar. Vier jaar later was er de Covidpandemie waardoor de sector in elkaar stuikte. Buffett verkocht al zijn luchtvaartaandelen met een stevig verlies en besloot hier nooit nog in te beleggen. Uiteindelijk herstelden de aandelen vrij snel, waardoor dit een misser van Buffett was. Er valt echter wel iets te zeggen over de argumenten die hij aanhaalt. 

Published in Aandelen, Beleggen, Gratis

Reacties