Obligaties en de geplande meerwaardebelasting

Sedona, Arizona, USA

De implementatie van de Arizona-meerwaardebelasting zal nog heel wat voeten in de aarde hebben, dat is ondertussen duidelijk. In een vorige bijdrage hadden we het reeds over de problemen in dat verband bij beleggingsfondsen. Vandaag willen we het hebben over de toepassing van deze taks op obligaties. We gaan er op dit moment immers van uit dat ook obligaties zullen onderworpen worden.

Volgende vragen en reflecties dienen zich snel aan: 

Wordt meerwaarde op vervaldag ook in rekening gebracht of enkel deze bij verkoop? 

Er bestaat al een soort meerwaardebelasting; namelijk op het verschil tussen uitgifteprijs (niet noodzakelijk je aankoopprijs) en de terugbetalingsprijs (niet op je verkoopprijs vĆ³Ć³r vervaldag). Ook hier bestaat dus het risico op een dubbele meerwaardebelasting.

Welke obligatiekoers wordt gehanteerd bij de start van je belastbare periode? Niet alle obligaties staan aan een marktkoers gewaardeerd bij je bank of broker. En indien wel is dat meestal niet aan de laatkoers maar aan de lagere biedkoers of middenkoers. Bij illiquide obligaties kan deze waardering van je obligatie bij de start van de belastbare periode aanleiding geven tot een onterechte verhoging van de belastbare basis. Stel: gelijkblijvende koersen maar een spread van 5% tussen laat- en biedprijs. Je koopt aan 100 laatkoers; bij start van de belastbare periode wordt een biedkoers van 95 genoteerd als startkoers; op vervaldag krijg je 100. Je belastbare meerwaarde is dan 5, terwijl je helemaal geen winst hebt gemaakt. 

Als je verkoopt krijg je verlopen rente, waarop je roerende voorheffing ondergaat of die je aangeeft in de personenbelasting. Blijft de verlopen rente bij verkoop buiten de belastbare basis of bestaat ook hier het risico op dubbele belasting? 

Als er een vrijstelling komt na 10 jaar, hoe gaan individuele obligaties daarvan kunnen genieten? De meeste beleggers kopen obligaties van korte tot middellange looptijd. 

Quid tak 21? Dit is toch een soort obligatiebelegging? Onder bepaalde voorwaarden is hierop geen enkele inkomstenbelasting verschuldigd. Blijft dit zo? Blijven beleggingsverzekeringen alsmaar de dans ontspringen van nieuwe belastingen zoals al eerder bij de Reynderstaks, de verhoging van de RV, en de effectentaks? Deze uitzonderingsbehandeling is unfair en verstoort daarenboven het beleggersgedrag. 

Quid kasbons?Ā Als je een kasbon vervroegd laat inkopen door de bank en je hebt
meerwaarde, is die meerwaarde dan belast ? En zo ja, aan 30% of aan 10%?

Moet je als obligatiebelegger reeds maatregelen nemen in anticipatie van de nieuwe taks? 

Nee, is ons advies voor je bestaande obligatiebeleggingen. Er zijn nog te veel onbekenden omtrent de uiteindelijke wettelijke uitvoering van de nu nog vage regeringsbeslissing. Het risico is dus groot dat je de verkeerde beslissing neemt en onnodige kosten maakt door vervroegd te verkopen (beurstaks, makelaarsloon, slechte koers). 

Ook voor nieuwe obligatiebeleggingen raden we je niet aan het geweer van schouder te veranderen. 

Zoals je al gelezen hebt in deze rubriek zijn we voor kwaliteitsobligaties eerder voorstander van rechtstreekse beleggingen dan van obligatiefondsen. Deze positie houden we aan temeer daar deze fondsen nog meer het slachtoffer kunnen worden van de nieuwe taks (zie vorig artikel).

Je hebt hier ook al gemerkt dat we staatsobligaties op de secundaire markt verkozen boven de meeste bedrijfsobligaties op de primaire en secundaire markt. En met name staatsobligaties die werden uitgegeven met een kleine coupon in de periode van heel lage tot negatieve rente. Die noteren nu onder pari en op vervaldag is (was) de meerwaarde vrij van belasting (eventueel een kleine voorheffing als ze onder pari werden uitgegeven, iets dat je steeds moet checken, trouwens voor Ć”lle obligaties). 

Wij blijven onze voorkeur voor staatsobligaties met een lage coupon aanhouden, ook al ondergaat de meerwaarde de nieuwe taks. Dit omdat het tarief van de geplande meerwaardebelasting (10%) behoorlijk lager is dan de 30% van de roerende voorheffing. En (nog meer) rekenen blijft de boodschap. 

Tip: in onze tool kan je het effect van een eventuele meerwaardebelasting simuleren door de terugbetalingsprijs van 100% te verminderen met een raming van je belasting. Bv. startpunt is 95 en op vervaldag krijg je 100. Belasting = 5*10%= 0,5. Je geeft als terugbetalingsprijs 99,5 in, en niet 100. 

Reacties