Waarom krijg ik zo weinig geld op mijn spaarrekening?
Voor spaarders die vandaag de winstcijfers van BNP Paribas en Deutsche Bank onder ogen kregen, was het waarschijnlijk even slikken. De Franse en Duitse bank konden in het afgelopen jaar een winst van maar liefst 11 en 4 miljard euro boeken.
Het is de aandeelhouders zeker gegund, maar we kunnen ons voorstellen dat het toch pijn doet voor sommige spaarders die kijken naar hun rente-inkomsten dit jaar. Zo biedt de Spaarrekening Plus van BNP Paribas vandaag maar een basisrente van 0,5% aan Belgische spaarders. Al krijgen spaarders die hun geld 1 jaar laten staan er wel een getrouwheidsrente van 1,25% bovenop. Maar waarom bieden banken zoān beperkte vergoeding aan als ze toch miljarden winsten draaien? Zouden ze niet meer moeten delen met hun klanten?
Jouw geld biedt kansen aan anderen, maar de bank neemt het risico
Om te beginnen, is het essentieel om te begrijpen hoe banken geld verdienen. Banken accepteren deposito’s van hun klanten, waarover ze een bepaalde rente betalen als vergoeding. Dit geld gebruiken ze vervolgens om leningen te verstrekken aan andere klanten tegen een hogere rente. Het verschil tussen de rente die ze betalen aan spaarders en de rente die ze ontvangen van leners, staat bekend als de ‘rentemarge’. Dit is een van de primaire bronnen van inkomsten voor banken. Een inkomstenbron die jaren onder druk stond door een lage rente.
In het verleden waren banken spaargeld liever kwijt dan rijk
Nog niet zo lang geleden konden goede klanten bij de Belgische banken hypotheekleningen afsluiten aan rentevoeten lager dan 1%. Dit terwijl banken aan hun spaarders wel de minimumrente moesten betalen van 0,11% en verschillende banktaksen die overeenkomen met ongeveer 30 basispunten (of 0,30%) van de rentemarge. Banken hebben dan ook jaren een erg lage rentemarge ontvangen.
Daarnaast is het ook belangrijk om te beseffen dat banken niet altijd een goed project hebben voor je spaargeld. Wat we soms vergeten is dat als banken een grote hoop spaardepositoās hebben (maar niet al dit geld kunnen gebruiken om leningen te verstrekken) zij op het overschot rente moeten betalen, zonder dat ze daar iets op verdienen. Banken kunnen dan moeilijk anders dan dat overschot parkeren bij de Europese Centrale Bank. Op dit moment is dat interessant omdat ze dit kunnen doen tegen een rente van ongeveer 4%.
Dat is niet altijd zo geweest
Tussen 2014 en 2022 werden banken afgestraft als ze geld parkeerden bij de ECB. Dat kwam omdat men toen een negatieve rentevoet moest accepteren die op een gegeven moment opliep tot min 0,5%. Oftewel, de bank moest een rente betalen van 0,5% aan de ECB om hun overtollig spaargeld daar te parkeren. Daar kwamen dan ook nog eens de 0,11% minimumrente en de bankentaksen bovenop. We houden dan nog geen rekening met operationele en personeelskosten van de bank.
Het is niet verwonderlijk dat in die periode sommige vermogende klanten gevraagd werden om ook een negatieve rente te betalen op hun spaargeld of vriendelijk verzocht werden om een andere bank te zoeken voor hun spaargeld.
Het liefst werden deze klanten naar beleggingsproducten geduwd omdat daar wel geld te rapen viel voor de bank en men daardoor af was van deze verlieslatende spaardepositoās.
Recent hebben we echter een periode van stijgende rentevoeten meegemaakt, wat voor de banken natuurlijk een meevaller is. Voor banken zoals BNP Paribas is dit immers gunstig omdat het de rentemarge vergroot: de rente die ze ontvangen op leningen stijgt doorgaans sneller dan de rente die ze moeten betalen op spaardeposito’s.
Waarom blijven de spaarrentes dan zo laag als de rente stijgt?
Geen gekke vraag, maar dan komen we meteen op het belangenconflict tussen banken en spaarders. Na de moeilijke jaren, is het normaal dat banken nu deze periode van hogere rentes willen gebruiken om hun marges terug naar normale niveaus te brengen. Het verhogen van de rente op spaarrekeningen zou dan ook hun winstmarges verkleinen.
Eigenlijk is er maar Ć©Ć©n belangrijke factor die dit kan veranderen en dat is de factor van concurrentie. Hoewel concurrentie in theorie de rentevoeten op spaardeposito’s zou kunnen opdrijven, blijkt in de praktijk dat veel banken een soortgelijk rentebeleid hanteren. Dit leidt tot een situatie waarin spaarders weinig alternatieven hebben die significant hogere rentes bieden. Een van de redenen waarom de Belgische staatsbon ook zo populair was, want de netto-rente van 2,81% op 1 jaar was toen zeer aantrekkelijk. Sindsdien zijn de rentes wel gestegen.
Hou er wel rekening mee dat in 2024 enkel de eerste 1020 euro aan rente vrij is van roerende voorheffing. Daarboven moet je een belasting van 15% betalen.
Al is niet alles peis en vree voor de banken
Overheden zien in de banken een bron van extra belastinginkomsten en leggen ze steeds meer regels op. Deutsche Bank boekt dan wel miljarden winsten, maar moest vandaag aankondigen dat het 3500 banen moet schrappen om de toekomstige winsten te kunnen beschermen.
ING liet dan weer weten dat de winst uit de rentemarges tegenviel. De bank slaagde er niet in om zoveel winst te maken uit het omzetten van spaargeld in leningen. Iets wat in de toekomst nog moeilijker zal worden eens de rente weer begint te dalen (vermoedelijk eind dit jaar).
BNP Paribas rapporteerde een nettoresultaat dat de helft minder was dan analisten hadden verwacht. Dit door juridische kosten en omdat men geld opzij moest zetten voor toekomstige juridische zaken.
Tegelijk kondigde deze ochtend de Zwitserse bank Julius Baer het vertrek van hun CEO aan, nadat de bank een verlies leed door een afschrijving van 586 miljoen Zwitserse frank vanwege problemen bij de vastgoedholding Signa.
Op het einde van de dag verdienen banken dan wel mooi geld, maar het risico ligt ook bij de eigenaars (of in dit geval de aandeelhouders). En veel hebben de aandeelhouders niet om vandaag blij over te zijn. Het aandeel van ING gaat vandaag 6,5% lager op de beurs van Amsterdam en ook in Parijs moet het aandeel van BNP Paribas een verlies van 7% optekenen.
Wil je zelf evenveel verdienen als de bank? Dan kan je altijd aandeelhouder worden van de bank en delen in de winsten. Al zijn we persoonlijk zelf eerder fan om te beleggen in de brede economie door eigenaar te worden van verschillende bedrijven.
Wie eerder meer veiligheid zoekt, doet er altijd goed aan om eerst een cursus beleggen te volgen. Een goede investering, want met maar Ć©Ć©n goede belegging heb je vaak het cursusgeld al terugverdiend.
Wil je je inschrijven? Dan kan dat via onderstaande knop. We garanderen een 30 dagen ‘niet tevreden, geld terug’ garantie.
Mooi artikel Stefan, evenwel een klein foutje m.i., RV op interesten boven 1020 ā¬ op spaarrekeningen in BelgiĆ« is 15 % ipv 30% monenteel.
Merci Paul, ik pas aan!
top artikel, veel bijgeleerd!